Kilometers maken in Western Australia
We zijn nu een week aan het reizen door de grootste provincie van Australie; Western Australia. Deze provincie beslaat ongeveer een derde van heel Australie en er woont nog geen 10e van de 20 miljoen mensen die totaal in dit land wonen. Het is hier dus vrij dun bevolkt om maar eens een understatement te gebruiken. De afstanden tussen de plaatsen zijn groot en gaan vooral door "niets".Uitgestrekte rode vlaktes met lage struiken en om de zoveel honderd kilometer een roadhouse.
Dit zijn de oases in de wildernis want hier is benzine, koffie en verder alles wat je onderweg nodig hebt. Het zijn ook de plekken waar de bestuurders van de roadtrains even een bakkie doen. Echte chauffeurs op z'n Aussie's; kale koppen en enorme baarden en sikken. Ze passen perfect bij de trucks die ze besturen want die zij echt groot. Ze heten natuurlijk ook niet voor niets roadtrains. Een trekker met drie wagens er achter die voor niets wijkend over de wegen denderen. Vooral op de "highway" kom je ze veel tegen.
We zijn deze eerste week vanuit Perth richting het noorden gereden. Het is even wennen met de orientatie, zoek je hier de warmte op dan ga je niet naar het zuiden maar naar het noorden en als je dan naar het noorden gaat dan rij je tegen de zon in. Inderdaad we zijn de evenaar ruim gepasseerd.
We volgen de weg langs de kust en zijn zo eerst naar het Pinnacles national park gereden. Daar was het nog aardig bewolkt en koud. Wel een bijzonder park om te zien, scherpe rotspunten die vanuit het gele zand omhoog steken. De dagen daarop zijn we bij het nationale park van Kalbarri geweest, ook hier nog veel regen. De dirtroads zijn langzaam aan het veranderen in rode blubber stromen. We hebben een middag in het park gelopen en op de terugweg werd de weg al afgesloten. De auto zat van onder tot boven onder de rode smurrie. Gelukkig hebben we een brikkie gekocht want met huurauto's mag je niet van de verharde weg af en moet je al deze pret missen...
In het park en onderweg ook de eerste kangaroo's gezien. Tot nu toe helaas altijd nog meer als "roadkill" langs de weg dan huppelend door de vlakte's. Ook ontzettend veel gekleurde papagaaien te zien. Hele zwermen zitten er soms langs de weg.
Van hier naar Denham gegaan. Hier vlakbij ligt het bekende plaatsje Monkey mia waar zoals de naam al zegt veel dolfijnen te zien zijn... Geen apen dus maar wel een soort voeder show met de plaatselijke dolfijnen. De beestje's komen bijna tot op het strand om een lekkere haring in ontvangst te nemen en vertrekken dan weer even snel als ze gekomen zijn. Ondanks het hoge dolfinarium gehalte was het toch wel leuk om te zien en er is een heel onderzoeks programma omheen wat dan weer bekostigd wordt met de toegangs gelden. Worden onze dollartje's tenminste goed besteed!
Bij Denham overigens ons eigen "rod" gekocht. Als je Australiers hier over het strand ziet lopen dan hebben ze in de ene hand een biertje en in de andere hun "rod". We hebben het dus over een hengel. Onderweg bij het koken aan de praat met Australiers, die hier zelf overigens ook heel veel langdurig reizen, en al snel kwam het gesprek op hoe geweldig je hier in West Australia wel niet kan vissen. Nu verval je bij visverhalen natuurlijk al snel in visserslatijn maar gelukkig is er tegenwoordig de digitale camera zodat we een en ander kunnen controleren. En het zag er allemaal indrukwekkend uit, gewoon met het hengeltje vanaf het strand. Dus we waren overtuigd, dat willen we ook doen! En in Denham dus een setje gekocht. Gelijk proberen natuurlijk en ...... niets gevangen! We moeten nog even oefenen waarschijnlijk.
Vanaf hier is de weg een paar dagen dicht geweest vanwege overstromingen als gevolg van de regen van afgelopen dagen. Als ie weer open is en we rijden richting het noorden moeten we nog steeds rivieren over de weg passeren, heel voorzichtig en zachtjes door de rode stromen. De Aussie's niet, die rossen gewoon full speed met de nieuwe 4WD er door heen maar dat lijkt me met ons bakkie niet zo'n goed plan.
Hierna naar de "blowholes" iets boven Carvarnon gegaan. Ook dit was een tip van de aussie's die we eerder hebben ontmoet. De blowholes heten zo omdat de zee hier met enorme kracht tegen de rotsen beukt. Er zijn gaten in de rotsen gesleten en iedere keer als er een grote golf op de rots beukt perst hij het water door de gaten en spuit er een soort geiser meters hoog omhoog. Erg indrukwekkend om te zien. De zee is overigens ook wel ERG ruw hier. Ik geloof niet dat we ooit zulke hoge golven hebben gezien. Echt meters hoog.
Hier vlak in de buurt is in de duinen een heel eenvoudig campingkje waar we nu staan. Het is eigenlijk gewoon wild kamperen want voorzieningen zijn er niet. En we zijn de enige met een tentje en personenauto want de Aussie's kamperen vooral groot. Enorme Toyota en Nissan 4WD's met caravans waar een heel arsenaal aan aggregaten, schotelantenne's en bar-b-q's omheen gebouwd wordt. Maar een prachtig plekje in de duinen en op twee minuten lopen van een schitterende baai met een verlaten strand en blauwgroen water. Hier natuurlijk ook gelijk met de hengel aan de gang gegaan en nu hadden we meer succes. Twee fraaie vissen gevangen! De baai hier is afgeschermd door een rif waar de enorme golven op genroken worden maar evengoed komen er af en toe joekels op het strand. Oppassen dus.
Het is trouwens prachtig weer de afgelopen dagen en ook vandaag is fantastisch. 's Middags een barbeque gebouwd en de vissen geroosterd. Heerlijk gegeten dus!
posted by Frank : dinsdag, juli 27, 2004