Van Zuid naar Noord
Vervolgens via Reefton naar de Lewis pas. Bij Maruia springs gestopt voor de hete bronnen. De veel bekendere plaats hiervoor is Hanmer springs, een kilometer of twintig verderop, maar daar is het veel massaler en toeristischer opgezet. Deze bronnen zijn heel kleinschalig. Er zijn ook maar een paar anderen. Heerlijk twee uurtje's buiten in de "rockpools" gezeten. Hierna nog een klein stukje gereden en bij een beekje gekampeerd.
De volgende dag naar Kaikoura, wat dan alweer aan de oostkust ligt. De route er heen is weer erg fraai. Kaikoura zelf is een echte toeristen pleisterplaats. Ze noemen zich het ecostadje van Nieuw Zeeland en je kan diverse trips maken om walvissen, zeehonden, dolfijnen en noem maar op te zien. Maar vandaag voor ons geen tripje's. We hebben al zoveel van voorgenoemde gezien. We rijden alleen nog even naar een zeeleeuwen kolonie die vlak bij het stadje op de rotsen huist. Het is er niet erg druk. We zien slechts twee zeeleeuwen van dichtbij. Die middag maar weer eens geprobeert in zee te vissen. Vanaf een pier bij het stadje. Samen met een Israelier wat uurtjes volgemaakt. Een grote octopus gevangen! Hij was zo zwaar dat ie niet de pier was op te krijgen.
De laatste dag op het Zuidereiland rijden we weer naar Picton om de boot te nemen terug naar het Noorder eiland. We hebben ruim de tijd want de boot vertrekt pas om 05:30 in de ochtend. Weer een fraai tijdstip, maar net als op de heenreis waren alle goedkope tickets voor de normale tijdstippen al uitverkocht. In de buurt van Picton op een uitzichtpunt het campertje geparkeerd en overnacht. Tot een uur of vier dan want toen ging de wekkker alweer. Snel weer de heuvel afgereden om in te checken voor de boot. Dan volgt er weer een klein uurtje wachten tot je er op mag rijden.
Maar dan gaat het ook snel. Het is rijden, parkeren, een plekje zoeken in de zitruimte's boven in de boot en varen. Om half negen in Wellington. We hadden op de heenweg al een bezoek gebracht aan deze stad en dat was zo goed bevallen dat we nog een ochtendje op stap gaan. Eerst naar de cable car. Een soort trammetje de heuvel op. Net zoiets als in San Fransisco. Deze bestaat al dik 100 jaar en schijnt al miljoenen mensen vervoert te hebben. Een toeristische topper die je niet mag missen volgens het boek. En het moet gezegd, het is best een leuk ritje. Het trammetje wordt ook gewoon nog gebruikt door locale reizigers als openbaar vervoer zodat het niet helemaal een toeristentram is. Boven op de heuvel een prachtig uitzicht op wellington aan de baai. Hier natuurlijk ook de foto gemaakt die iedereen hier maakt: cablecar met Wellington op de achtergrond!
Er zit ook een heel leuk museumpje bij waar de orginele eerste karretjes nog te bewonderen zijn. Na het museum zijn we door de botanische tuin weer naar het centrum gelopen. Hier nog even geinternet en wat Aziatisch gegeten. Dan de stad uitgereden richting het Noorden. In Greytown overnacht.