Bulunkul en Alichur
Vandaag gaan we echt de hoogte in. Hisor lag nog op een hoogte van 2800 meter, nu gaan we de Oost Pamir in en komen we nergens meer onder de 3700 meter. Eens kijken hoe we dat gaan beleven!
Maar eerst bekijken we nabij Langar nog wat bezienswaardigheden. Er is hier namelijk een site met een enorme hoeveelheid rotstekeningen. Drie jochies hebben zich opgeworpen als gids, na stevige onderhandelingen over de prijs gaan we op pad. Om er te komen moet er wel aardig geklommen worden. Uiteindelijk ligt er een grote rode rots waar de tekeningen op staan. Alleen is er inmiddels meer recente ‘graffity’ te zien dan de eeuwenoude tekeningen. Beetje tegenvallend.
We stoppen ook nog even bij de restanten van het Ratm fort. Ook weer op een hoge rots gelegen. Er is niet veel meer van over maar het uitzicht over de omgeving is weer erg fraai. We volgen nu de Pamir rivier. Alleen niet meer vlak langs de oever want de vallei gat over in een kloof en de weg wordt weer een smal slingerpad.
Vlak voor de beklimming van de Khargush pass is er weer een checkpoint. Inmiddels is het bewolkt en erg koud geworden en de mannen die de wacht houden staan te kleumen. Onze passen en prmits worden weer gechecked en we mogen weer verder.
De Khargush pass is 4344 meter hoog. Als we boven staan sneeuwt het. In het mooie hooggebergte maanlandschap na de pass komen we twee Nederlanders tegen die rondreizen met 4WD Toyota camper, even een praatje mee gemaakt. Ze hebben al een lange reis achter de rug en gaan voorlopig nog door richting ZO Azië.
Sinds dat we boven de 3000 meter zijn zien we ook weer overal de grote oranje marmotten. Ze gaan heel mans op de achterpoten staan als je nadert om vervolgens met een grappig waggeltje weg te rennen naar et dichtstbijzijnde hol. Dan even afwachten of er echt iets gebeurt en, hopla, onder de grond. We zien er duizenden. Nooit zoveel marmotten gezien.
Uiteindelijk komen we uit op de M41, de eigenlijke Pamir Highway. Door ons ommetje door de Wakhan vallei waren we daar wat van afgeweken. En ook nu rijden we maar een heel kort stukje om vervolgens door te steken naar Bulunkul.
Bulunkul ligt op 3700 meter hoogte en heeft echt de sfeer van een ‘einde van de wereld’ dorpje. Het zijn een tiental van de lage witgekalkte huizen met wat vee en auto’s eromheen en verder niets. Deze plek heeft ook de eer om de koudste plaats in Tajikistan te zijn. Een paar jaar geleden is er een periode van -60 gemeten. Al het vee en de honden waren doodgevroren. Alleen de yaks overleefden het.
Turat stopt even bij een huisje en regelt dat we zo dadelijk kunnen lunchen. Vervolgens rijden we een bergrug op voor uitzicht op de twee meren, eerst het kleine meer van Bulunkul en daarna aan de andere kant op het grote Yashil-kul meer. Jammer genoeg is het geheel bewolkt geworden en valt het wat tegen met het uitzicht op het meer. We lopen nog een rondje aan de oever en gaan dan terug naar Bulunkul. Het is inmiddels drie uur en we hebben dus wel trek! Gelukkig staat inderdaad de lunch klaar. Het is vis uit het meer! Ontzettend lekker en een enorm bord vol.
Van Bulunkul rijden we vervolgens via een pad naar Alichur. Het is een prachtig landschap en echt 4WD rijden. Gelukkig zijn we er inmiddels achter dat dat met deze auto geen enkel probleem is. Het is dan wel een oud beestje maar wat een power zit er in die bak!
Het begint wat te regenen en we passeren wat moerassige vlaktes. Af en toe schieten er wat hazen weg de berghelling op. Bij een kleine geiser stoppen we nog even om de ‘eruptie’ te zien. Het is een straaltje van misschien een meter hoog. Maar toch, geiser in de Pamirs.
In Alichur overnachten we weer in een homestay. We krijgen het kamertje naast de woonkamer. Tussen deze twee kamers staat een kacheltje wat beide kamers tegelijkertijd verwarmt. Het wordt gelijk opgestookt o de boel lekker warm te krijgen en de pot thee staat er bovenop te pruttelen. Dit homestay delen we vannacht met vier russen op de mountainbike en twee Portugezen op de motor.
Alichur is naar verhouding nog een vrij groot plaatsje. Het ligt op 3400 meter hoogte. De witte Pamirhuizen staan enigszins in rijen zodat het lijkt of ze aan een straat staan alleen ontbreek er een wegdek en is alles gewoon stoffig zand.
Overal in het plaatsje, en ook langs de M41, staan stroompalen. Vaak hangen de draden los te bungelen. Ze zijn nog uit de Russische tijd en eigenlijk ook al sinds die tijd werkloos. De Oost Pamir regio heeft namelijk sinds Tajikistan onafhankelijk is geworden van Rusland geen elektriciteit meer. Geen geld, geen prioriteit en vooral geen mogelijkheid om zoals in de West Pamir het op te wekken uit waterkracht centrales.
De volgende morgen eten we ons ontbijtje in de woonkamer. Turat gaat er even tussenuit om diesel te kopen. Er is hier geen tankstation, de enige mogelijkheid is om te kopen bij een van de vrachtwagens die van China naar Dushanbe rijden. Weliswaar woekerprijzen maar we kunnen weer verder!