In middeleeuwse mijnen en de oude stad Sucre

op Gepost in Bolivia Hits: 3455

Na een nacht in Uyuni gaan we richting Potosi. We hebben gisteren bij de busonderneming al twee tickets gekocht dus we hebben mooi de plaatsen voorin. Dit is aardig voor de beenruimte alleen het zicht is wat minder want de bussen hebben hier allemaal een scheidingswand met deur tussen de chauffeur en de passagiers. Er zitten wel ramen in maar daar hangen weer gordijnen voor... we moeten het dus doen met de ramen aan de zijkant.

Het is wel een mooie route. Nog steeds heel dor en ruig. Weer wat vicuna's gezien. Rond half een een stop in een dorpje. Een prachtig klein gehucht. Met een stroompje water door het dorp dus er groeien hier ook weer wat bomen.

Een uurtje later een lekke band. Met veel geraas komt de bus tot stilstand. De chauffeur en z'n maatje hebben dit kennelijk vaker gehad want de krik en sleutels liggen al voor de greep. In een paar minuten is de band verwisseld. Een nog gladdere reserveband er voor in de plaats en we gaan weer.
Om half vijf in Potosi. Een minibus genomen naar het centrum en daar Residential Felcar opgezocht. Het ziet er wel leuk uit, een binnenplaats vol geraniums met de kamers er omheen.

Potosi is een oude mijnstad. De Spanjaarden vonden hier al heel snel zilver en hebben honderden jaren de boel afgegraven. De stad werd hierdoor heel snel de welvarendste en grootste van Zuid Amerika en er zijn heel veel grote koloniale gebouwen en kerken uit die tijd.
Het is met z'n ligging op 4060 meter ook de hoogste stad (van deze omvang) ter wereld. De oplettende lezer zal zeggen; "dat is toch La Paz" .... Nee, La Paz is de hoogste hoofdstad ter wereld op zo'n 3630 meter. In elk geval merk je het meteen want een wandeling door het centrum wordt al snel heel rustig lopen. De stad is gebouwd op steile hellingen en elke beklimming is even luchthappen. Het centrum van Potosi bestaat uit smalle straatje's met een een-persoons stoepje. Mooi en alsof de tijd heeft stilgestaan. Ware het niet dat er zo enorm veel busje's en taxi's rondrijden. De taxi's zijn allemaal prive auto's met een stukje karton met "taxi" er op achter het raam. Ze zijn zonder uitzondering enorm oud en versleten. Geen APK hier...
Als ze heuvel af gaan zetten ze allemaal de motor uit om benzine te sparen om onder aan de heuvel met veel gesputter weer verder te rijden. Het is druk in de smalle straatje's. Je ziet hier op straat ook de vrouwen (vooral de oudere) de traditionele kleding dragen; grote plooirokken tot aan de knie en kleurige poncho's, lange vlechten en een bolhoedje.
Ontbijten is weer erg lekker hier. Broodje's halen op de markt, wat vleeswaar bij een slagertje, een flesje yoghurt en dan op naar het Plaza de Armas om onder de bomen de boel op te eten. De rest van de dag rondgezworven in de stad. We boeken vandaag nog ook een tourtje naar de zilvermijnen voor morgen. Anita gaat niet mee want die voelt zich niet zo lekker.

potosi gebouwen bij de zilvermijn 20180225 1063043111

De volgende ochtend naar het reisburootje gelopen. Er is slechts nog een andere jongen die meegaat dus we gaan met z'n tweeen en de gids op stap. Eerst met een busje naar een woning in de buurt om om te kleden. We krijgen een soort regenpak aan met rubberlaarzen. Een riem met accu om je middel en een helm met lamp op je hoofd. En dan op weg naar de "minersmarket". Dit is een plek waar de mijnwerkers inkopen doen en het is de bedoeling dat wij wat presentjes meenemen voor de harde werkers. Wat valt er dan zo al te kopen? De zaken waar je de mijnwerkers het meeste plezier mee doet zijn dingen die het werken meer draagzaam maken. Ze kauwen de hele dag coca bladeren dus die zijn overal te koop. Verder marihuana sigaretten, bijna pure alcohol, staven dynamiet en allerlei etens waren.

potosi geschenken voor de mijnwerkers 20180225 1917806201
Ik ga met een tas cocabladeren, wat joints, een staaf dynamiet met lont en een fles cola op stap. Eerst weer een busje in naar de mijn. Deze ligt in de Cerro Rico berg op 4500 meter hoogte. In de tijd dat de Spanjaarden hier zaten werden de locale indianen hier te werk gesteld. Ze moesten drie maanden continu onder de grond werken, eten en slapen. Toen de indianen op waren werden er slaven uit Afrika gehaald. In totaal zijn er in die periode zo'n acht miljoen mensen in de mijn gestorven. Het is ongelofelijk.
En de omstandigheden anno nu zijn niet wezelijk veel anders dan toen. Alles gebeurt nog steeds met de hand, er is geen ventilatie en verlichting en van veiligheidsvoorzieningen hebben ze helemaal nog nooit gehoord. Alleen werken ze nu ongeveer acht uur. Tenminste als er genoeg is gevonden want elke mijnwerker werkt voor zichzelf en verkoopt via een coorperatie. Nog steeds is het zo dat de meeste na een jaar of tien overlijden door het veelvuldig blootstaan aan giftige gassen.

Momenteel werken er zo'n 8000 mensen in de mijn, hieronder ook heel wat vrouwen en kinderen. Officieel mogen er geen kinderen in de mijn maar volgens de gids zijn er toch heel wat families die de kinderen mee laten werken. Uit pure armoede. We zien ze (gelukkig) niet vandaag.
We gaan de berg in door een van de 240 ingangen die leiden naar een gigantisch doolhof van gangen. Het zijn smalle lage gangen die door de berg kronkelen. We komen eerst de mannen tegen die met kruiwagens de losgehakte stukken steen met mineralen naar een punt rijden waar het naar boven wordt gehesen. Deze bak heeft een electromotor, het is het enige stukje mechanisatie wat we zien vandaag....
De kruiwagens komen van diep in de mijn en ze worden door een man of vier in etappe's door de gangen gereden. Wij moeten ook door die gangen dus het is gebukt rennen als de man-met-kruiwagen net gepasseerd is. Bij elke mijnwerker worden wat cocabladeren en sigaretten achtergelaten.

potosi in de mijn 20180225 1056983531
Het netwerk van gangen in de berg is eindeloos. Het is klauteren over trappen, langs touwen, door spelonken. De aders met mineralen schijnen altijd van noord naar zuid te lopen. Men begint dan ook van oost naar west (of andersom) te zoeken en als er weer een ader gevonden is gaan ze deze naar noord en zuid volgen. Vandaar ook de enorme gatenkaas onder de grond. Overal zie je in het licht van je lamp de resten van de aders in de gangen glinsteren.
Uiteindelijk komen we op een plek waar twee mannen met voorhamers de stukken rots in kleinere brokken aan het hakken zijn. Het is hier nog veel stoffiger en benauwder dan in de gangen. Ze gooien het op een hoop die straks dan weer met kruiwagens door de gangen gaat. We blijven hier niet al te lang, het is hier erg ongezond. We ontmoeten zo nog verscheidene mijnwerkers, allemaal met de wangen gebolt van de coca waar ze opkauwen. Het is ongelofelijk hoe ze hier moeten werken, ze zien er ook allemaal veel ouder uit dan ze zijn.

potosi terug in het daglicht 20180225 1362228519

We komen ook nog langs een plek met een beeld van de duivel die door de mijnwerkers wordt aanbeden voor goede vondsten, geen instortingen, goede verkoopprijzen enz. Streng katholiek als ze hier allemaal zijn wordt vreemd genoeg de duivel aanbeden. Maar het schijnt zo te zijn omdat ze nu in het domein van de duivel (onder de grond) zijn.
Na een dik uur onder de grond zien we uiteindelijk het daglicht weer. Dit was een heel bizarre ervaring om te zien hoe het er hier aan toegaat. Het is eigenlijk te triest voor woorden dat een land als Bolivia niet in staat is om z'n enorme rijkdom om te zetten in welvaart voor de mensen. Er wordt hier vaak gezegd dat Bolivia is als een bedelaar die op de schatkist zit. Er zit hier zoveel aan mineralen in de grond maar ze zijn door corruptie en noem maar op niet in staat het om te zetten in gelden.

Een busje brengt ons weer in de stad waar we het pakkie weer uitdoen en teruglopen naar het centrum. Anita opgehaald bij het hostel en eerst maar eens wat lunchen. Toen weer naar het busstation, bergafwaarts, gelopen. Hier alvast tickets voor morgen gekocht. Eigenlijk wilden we nog een dag langer blijven maar overmorgen zijn er stakingen en is de kans erg groot dat er geen bussen rijden.

De laatste ochtend in Potosi even de stad ingelopen voor wat broodje's en beleg. Op het binnenplaatsje rustig opgegeten en dan een busje naar de grote busterminal genomen. De bus lijkt eerst niet al te vol te zitten maar een klein rondje door de stad maakt al snel dat hij tot het middenpad aantoe weer vol zit. We doen ongeveer vier uur over het stuk naar Sucre. Er komt nu steeds meer begroeing in het landschap en er verschijnen ook akkertjes en bosjes.
In Sucre bij het busstation eerst nog even geinformeerd naar de mogelijkheden voor het vervolg en dan weer een minibusje naar het centrum genomen. Na een rondje langs verschillende hostals kiezen we voor Veracruz. Niet heel bijzonder maar schoon en heel rustig. We vinden in het centrum een Chinees restaurant en dat is voor de afwisseling weer eens heerlijk eten. Tot nu toe blinkt Zuid Amerika nu niet echt culinair uit. Het is vooral pollo (kip), pizza en hambegueza wat op het menu staat, altijd voorzien van papas (patat) en soms wat rijst. En dat terwijl de markten hier vol liggen met prachtige groentes en fruit, maar in de restaurantjes vindt je het niet terug. Behalve dus bij onze Chinese vriend.

Als we 's avonds in bed liggen wordt de serene rust in het hostal beeindigt door de komst van een hele groep Boliviaanse jongens van een jaar of 17. Een sportclub o.i.d. Het werd dus weer een kort nachtje ...
De volgende ochtend weer ontbijtje gehaald en even gekeken wat de boys gingen doen. Ze gaan al vrij snel op stap maar de tassen blijven in de kamers. Dan weten wij genoeg en gaan op zoek naar een ander hostal. Een eindje verderop vinden we hostal Cruz de Popayan. Een prachtig 17e eeuws pand met verschillende kleine binnenplaatsjes. Het schijnt zelfs een Unesco plek te zijn. Kost wel ietsje meer maar wat een plekje! De kamer is heelijk koel door de enorme dikke muren en "ons" binnenplaatsje heeft een prachtige bloeiende boom en een grote houten tafel om aan te zitten. We ontmoeten hier een stel uit Liverpool waar we een paar uur mee kletsen.

sucre binnenplaatsje hostal cruz de popayan 20180225 1979543587

Die middag de stad in en op de markt een heerlijke fruitjuice genomen. Alle soorten fruit zijn hier weer te koop. Rondgekeken voor een fiets- of wandeltocht in de omgeving maar ze zijn allemaal vrij duur. Overigens wilden we t/m zondag hier blijven om in het nabijgelegen Tarabuco de markt te bezoeken maar het blijkt dat op zondag de verkiezingen zijn waar we al dagen de auto's met vlaggen van zien. En omdie reden is er dan geen markt helaas. Dus we gaan wat eerder richting Cochabamba.