In drie dagen over de hoogvlakte naar Salar de Uyuni
Om acht uur 's ochtends verzamelen we bij het bureautje in San Pedro voor de driedaagse trip naar Bolivia. We gaan een tocht van 500 Km maken over de altiplano langs vulkanen, meren en door woestijnen en zoutvlaktes. Het blijkt dat we vandaag met z'n zessen op pad gaan. Twee Duitse meiden, een Welshmen en een Spaans meisje. We starten met een minibusje naar de grens. Eerst in San Pedro langs de douane voor het uitreis stempeltje en dan een uurtje rijden naar de grens.
Deze grensovergang tussen Chili en Bolivia schijnt een van de meest afgelegen in Zuid Amerika te zijn. Het stelt dan ook niet heel veel voor. Een klein gebouwtje en een slagboom, thats it. Er staan hier verscheidene landcruisers te wachten van de verschillende toertje's. We halen bij een norse Boliviaan in het gebouwtje onze stempel en verzamelen dan bij "onze" landcruiser. Hier ontmoeten we Clemente, hij is voor de komende dagen onze chauffeur. Het is een heel aardige en rustige man van een jaar of vijftig. Het is dan eerst tijd voor ontbijt. Onze trip is heel kompleet; eten, drinken, accomodatie en entreegelden van de nationale parken, het is allemaal inbegrepen. En dat voor maar 65 dollar. De auto is er weer eentje van het type met veel levenservaring maar hij ziet er nog vrij redelijk uit. Eens kijken of ie ook blijft rijden.
We rijden met een grote boog om de Llicanvcahur vulkaan heen. Het is dezelfde vulkaan die ook al in San Pedro zo prominent aanwezig was. Het landschap is geweldig. Heel ruig met af en toe wat lage struikje's en vicuna's (een klein soort wilde lama's) die lopen te grazen. De kleuren zijn geweldig. De bergen zijn tot boven getooid in alle tinten rood en geel alsof iemand er emmers verf over heeft leeggegoten. De eerste stop is na een drie kwartier bij Laguna Verde. Dit gifgroene meer ligt prachtig aan de voet van, nog steeds, de Llicancahur vulkaan. Inmiddels zitten we al op 4600 meter hoogte. Vervolgens doorgereden door weer wereldse landschappen. Een gedeelte wordt het Salvador Dali dal genoemd omdat de rotsen die omhoog steken lijken op een schilderij van Dali en de omliggende gekleurde bergen zien er uit als een schilderspalet. De reden dat de bergen en meren hier zo gekleurd zijn is de aanwezigheid van allerlei mineralen en chemicalien die de kleuren afgeven.
Bij Laguna Salada gestopt voor lunch. En inderdaad aan de salada op brood. Erg lekker. Bij dit meer onstspringen enkele hete bronnen en het is even heerlijk pootje baaien in het warme water. De oevers van het meer zijn witgekleurd van de aaanwezige stoffen.
Een aardig stuk verder komen we bij de geisers van Sol de Manana. Een gebied vol met poelen waar hete stoom opborrelt. Hoewel we al heel wat van deze vulkanische activiteit in Nieuw Zeeland hebben gezien is deze plek toch wel erg mooi. In de poelen borrelt blubber van telkens een andere kleur. De kleuren die je in de bergen ziet komen ook terug in de poelen die allemaal op een paar meter afstand van elkaar liggen. Bij sommigen schiet de blubber meters hoog en is er een hele wand om het poeltje ontstaan.
We stoppen vandaag bij Laguna Colorada, een prachtig rood meer met witte randen en blauwe kanalen. Het meer zit vol met flamingo's en het plaatje van de rode vlakte waar roze stippen doorheen bewegen is prachtig. Vlakbij het meer is een "refugio" waar we overnachten. Het is basic maar ziet er heel acceptabel uit, veel fraaier dan iedereen verwacht had. Aan het eind van de middag maken we nog een wandeling naar een uitzichtpunt over het meer. Ook hier weer mooie foto's geschoten. Het zijn er heel wat vandaag! Op de terugweg steekt de wind op en wordt het snel snijdend koud. Snel naar de refugio!
Bij het avondeten voor het eerst de coca bladeren geprobeerd. Deze bladeren van dezelfde plant als waar het beroemde witte poeder van gemaakt wordt helpen ook goed tegen hoogteziekte. De Bolivianen kauwen er op maar ik doe ze maar in de thee. Smaakt verder gewoon als groene thee. Geen bijverschijnselen...
De hele dag hebben we ons begeven tussen de 4000 en de 4800 meter hoogte. Je kan goedmerken dat je weer sneller vermoeid bent. We slapen nu weer op 4600 meter, eens kijken of dat gaat lukken.
De volgende dag wort er om kwart over zes op de deur geklopt en zwaait hij open met een uitbundig "buenos dias". Het is Clemente. Ook goeiemorgen. Of eigenlijk iets minder want echt veel hebben we niet geslapen. We hebben ontbijt en laden dan de bagage weer op het dak van de landcruiser. Let's go!
Nog altijd rijden we door wat een eindeloze woestijn lijkt. Maar hij is er weer niet minder mooi om. Vandaag moeten de meeste kilometers afgelegd worden en zullen we langer in de auto zitten. De eerste stop is bij het dal van een felgekleurde vulkaan waar de vicunas in de verte rennen. Dit roept altijd fotoaspiraties op, maar zodra je in de richting van deze gezellige huppelaars gaat nemen ze gelijk de benen. Veel foto's van Vicunakontjes dus...
Na een uurtje komen we bij een verzameling grillige rotsen, uitgesleten door de zandstormen, Arbol de Piedra.. Grote rotsen die soms op een heel smal voetje staan. Eentje beklommen voor een mooi uitzicht.
Velvolgens belanden we bij een verzameling meren. De lagunas Hedionda, Canapa en Chiarcota. Het zijn fel gekleurde meren met witte randen. Ze zijn heel ondiep en zitten vol flamingo's. In tegenstelling tot gisteren zitten deze langpoten nu vlak bij de kant en kunnen we mooi foto's maken. Ze hebben prachtige rode en roze veren en weerspiegelen in het water als ze statig in het rond stappen. Wat later zien we ook nog een paar kleine knaagdieren die lijken op een soort kruising tussen een eekhoorn, konijn en een kleine kangaroo. Ze zitten tussen de rotsen die als een eilandje in de zandvlakte liggen. Toch weer bijzonder om te zien hoe deze beestjes kunnen overleven in een omgeving waar bijna niets groeit.
We zijn trouwens niet de enige die hier met een terreinauto op pad zijn. Af en toe is het net Parijs - Dakar als een stuk of wat auto's gevuld met backpackers over de zandvlaktes scheuren. Voor de lunch rijden we een heel eind over erg beroerde paden tot een uitzichtpunt op de Ollague vulkaan. Deze joekel van dik 6000 meter torent overal bovenuit. Het is een prachtige plek waar we eten. Een felrode rotsen verzameling die op een bizarre manier op elkaar ligt. En in de achterkant van de auto verschijnt weer een heerlijke lunch. We eten in elk geval prima bij deze trip.
Een van de duitse meisjes heeft inmiddels behoorlijk last van hoogte ziekte. Ze blijft de hele dag in de auto zitten. Later als we weer wat dalen wordt het minder. Zelf hebben we gelukkig nergens last van maar wij hebben dan ook wel weer eerst wat geacclimatiseerd in San Pedro voordat we echt de hoogte in gingen.
Een halfuurtje na de lunch komen we bij een militair checkpoint waar de passen weer getoond meten worden. Een militair zit de gegevens uit de passen onleesbaar op een kladje te schrijven, kijkt even gewichtig en dan kunnen we weer gaan. Heel belangrijk. Het is een post kompleet in the middle of nowhere en ze hebben er een soort kasteelpoort met kantelen van gemaakt. Echte wild-west. We komen nu door een deel waar veel lama's lopen, hele kudde's in allerlei kleuren. Mooie beesten om te zien. Sommige hebben lintjes in de oren. In het dorpje San Juan een kleine stop bij het plaatselijke kruideniertje voordat we doorrijden tot de eindbestemming; het zouthotel.
Het zouthotel is een curiositeit waarom we mede voor deze organisatie hebben gekozen. Andere tripjes overnachten weer in een refuge maar de toko waar wij mee op pad zijn heeft dus het zouthotel in z'n programma. Het is een hostel wat helemaal opgebouwd is uit "stenen" van zout. Het zout zagen ze uit de zoutvlakte die we morgen gaan bezoeken. Het is een heel grappig gezicht; muren, bedden, kastje, tafels en stoelen, alles is van zout!
Het avondeten is weer prima in orde en wordt nog opgeluisterd door een groepje kinderen in traditionele kleding die muziek maken met trommels en panfluiten. Grappig gezicht maar laten we zeggen dat ze nog even moeten oefenen.
Dag drie kunnen we wat langer slapen want het is niet zo'n lange afstand die vandaag moet worden afgelegd. Na het ontbijt onder alweer een strakblauwe hemel weggereden. Na een minuut of tien bij de zoutvlakte. Zover je kan kijken een hagelwitte vlakte. De Salar de Uyuni. We rijden een stuk over de vlakte en stoppen dan voor wat foto's. Je hebt continu het idee dat je op het ijs rijdt. Een zonnebril is noodzaak want het licht is geweldig fel. Nadat het laatste water uit de regentijd is opgedroogd zijn prachtige patronen achtergebleven. Het is een enorme vlakte. Dit zoutmeer is het grootste ter wereld, in het midden is de laag zout zo'n 10 meter dik!
De lucht boven de zoutvlakte is enorm helder en je kan heel ver kijken doordat het zout alle vocht uit de lucht opneemt. Goed voor foto's maar je blijft drinken (en zonnebrand smeren).
In het midden van het meer ligt ligt het Isla de Pescada. Een eilandje vol met enorme cactussen. We maken een wandeling over het eilandje. Het is bizar te zien dat het grotendeels bestaat uit koraal waartussen de cactussen groeien. Miljoenen jaren geleden was dit gebied gewoon zee, na allerlei aardbevingen is een binnenzee ontstaan en is de zeebodem, het eilandje, omhoog gedrukt. Het water is verdampt en het zout bleef achter.
Het eiland is wonderschoon. De cactussen zijn enorm. Het schijnt de grootste soort ter wereld te zijn. De grootste hier zijn 12 meter en zo'n 1200 jaar oud. Ze hebben, naar verhouding, hele kleine bloemen. Wereldse fotoplek, cactussen met op de achtergrond het zoutmeer en een donkerblauwe hemel. Weer een rolletje vol.
Dan weer verder gereden over de vlakte. Bij een ander zouthotel gelunched, lekker buiten op de vlakte aan een zouttafel. En maar blijven smeren tegen de zon.
Uiteindelijk bereiken we de overkant van de vlakte. In totaal toch wel zo'n twee uur (hard) gereden. Mucho grande die zoutvlakte. Hier aan de rand wordt zout gewonnen. Het ligt in hopen om het vocht er uit te laten lopen en na een dag of 10 brengen ze het naar de kant om verder te laten drogen.
Het is dan nog maar 25 km naar Uyuni. We nemen afscheid van onze medereizigers en Clemente en gaan op zoek naar een hotel. Na vier stuks te hebben bekeken een mooie gevonden. Dan onze Chileense pesos omgewisseld voor Bolivianos en de mail gechecked. Uyuni is nog best een aardig plaatsje, meer dan verwacht. Het is vergeven van de bureautje's die trips op het zoutmeer organiseren.
Later die middag nog naar een locomotiven kerkhof in de woestijn gewandeld maar dat valt een beetje tegen. Het zijn eigenlijk alleen maar wagons en tanks.