Negros
Als we Borocay verlaten is het een beetje aan het opklaren..., zal je altijd zien... We pakken een barca naar het eiland Panay. Het is maar een minuut of 10, Borocay ligt echt heel dicht voor de kust. Hier met een minibusje verder. Is er weer een van het type niet zeuren en doorrijden, vinden we niet erg! Lekker snel dus naar de andere kant van Panay. In Iloilo overnacht, niet echt een heel bijzondere stad. Gelukkig treffen we het toevallig enorm met het hotel, het Sarabia Manor. Een superdeluxe megagebouw met een entree waar je een vliegtuig in kan stallen. En toch ook nog wat heel betaalbare kamers. Zit je wel in de vergane glorie vleugel op een kwartier lopen door gangen en trappen, maar wel met alle voorzieningen van het hotel. En ze hebben hier dus een groooot zwembad. Heel prettig voor de rest van de middag.
Volgende dag dus weer verder naar het volgende eiland: Negros. We komen met de veerboot aan in Bacolod waar we dan weer een dagje blijven. Ook hier weer een “prachtig” hotel. Ziet er aan de buitenzijde uit als een Sovjet gevangenis, en van binnen is alles nog exact zoals het de jaren 70 opgeleverd is. Prachtig vergane glorie retro sfeertje. In de lade van het bureautje op de kamer staan krabbels van mensen die mensen er in de jaren 70 hebben ingezet, heel grappig.
Bacolod is wel leuk. We bezoeken eerst een museum over de plaatselijke cultuur en wat over de suikerriet plantages. Negros is namelijk het eiland van het suikerriet. Velden vol. Aan het eind van de middag de markt over gegaan. Ze hebben hier een fraaie avondmarkt. Vol met exotische vissoorten. Lekker wezen struinen.
Dan een paar dagen aan de kust gezeten. We hebben de bus genomen richting Sipalay, tergend traag want werkelijk weer overal gaan er mensen in en uit. Maar goed, na een uur of zeven toch aangekomen bij de afslag van het weggetje richting Sugar Beach. Hier met de tricycle verder door de rijstvelden tot de weg ophoud. Dan een stukje lopen tot de rivier. Even laten overzetten door een jochie met een bootje, nog een stukje lopen door wat bos met huisjes en dan..., tada, Sugar Beach. Het heeft aardig het middle-of-nowhere gevoel. We lopen tot we bij het eerste “resort” aankomen. Hier zo onder de indruk dat we gelijk maar een kamer hebben genomen. Het is de Takatuka lodge en die is geheel in Pippi Langkous stijl ingericht. Echt heel grappig. Alle kamers hebben een bepaald thema en zijn volgehangen met grappige details. Wij hebben de “Superstars” room met van alles uit de filmsterren wereld. We slapen in een roze Caddilac, het water in de douche komt uit een telefoon hoorn, en de kamer staat vol met toneelspots en een microfoon die allemaal op het bed gericht zijn. Hi hi.
Het restaurant heeft een even bizarre aankleding. Heel grappige plek in een prachtige omgeving. Kompleet leeg strand en heerlijk ondiep zwemwater. Heel relaxed! 's Nachts alleen wat turbulent....
Elke nacht dat we hier zijn, zijn er aardbevingen. De eerste nacht nog niet zo heel hevig, maar de tweede nacht staat het echt flink te schudden. Even nagezocht op internet; het was een 6.2! Gelukkig nergens schade maar je schrikt er wel even van. Hij blijkt voor de kust van Sipalay te zijn geweest. We voelen ook de hele morgen nog naschokken.
Vervolgens weer doorgebust naar Dumaguete. En ook deze was weer tergend traag... In Dumaguete een leuk hostelachtig gebeuren gevonden. 's avonds aan de kade bij de haven bij de straatrestaurantjes wat gedronken.
Volgende dag naar de “Twin Lakes”, een paar meren in de bergen. Leuk ritje er naar toe. Eerst een stukje met de bus en vervolgens de berg op achterop bij de motortaxi's. De meren liggen in een prachtig stukje natuur. Zie je niet zo heel veel hier in de Filipijnen. Maar hier nog bergen met oorspronkelijk oerwoud. Helaas staat het water in het meer zo hoog dat het pad richting meertje twee verdwenen is. Die slaan we dus maar even over.
Boven wat gegeten en dan weer met de motorduiveltjes naar beneden. Die van mij weet de doorgaande weg beneden te bereiken zonder de motor ook maar te starten. Alles in z'n vrij naar beneden gesjeesd.
De volgende dag gaan we met een tripje van het hostel mee naar Apo eiland. Dit heeft naar horen zeggen misschien wel de mooiste snorkel en duik plekken van de Filipijnen. We gaan met een groepje dat gaat duiken en de rest (5) gaat snorkelen. Het is een heel klein eilandje. Misschien honderd meter breed en tweehonderd lang. Toch is er een dorpje met school en kerk en zijn er twee resorts. Wij worden gedropt op het eiland, de duikers gaan met de boot verder. We gaan eerst aan de ene kant snorkelen. Hier zit het werkelijk vol met zeeschildpadden. Soms zien we er wel zes tegelijk. Ze zijn aan het grazen in het wier op de zeebodem, maar omdat het hier zo ondiep is komen ze echt heel dichtbij. Heel gaaf om te zien.
Dan het eiland over gewandeld naar de andere kant waar het maritieme park is. Hier weer prachtig koraal en vissen in alle kleuren. Is echt een heel mooie plek. Zeker de mooiste tot nu toe in de Filipijnen. Het koraal heeft hier soms enorme afmetingen. Van die waaiers met een diameter van een meter of tien!
Was een heel goed tripje, pas laat in de middag terug in Dumaguete.