Tbilisi
Tblilisi is de hoofdstad van Georgië, tot 1936 heette het Tiflis en ook die naam wordt nog veel gebruikt. Het ligt centraal in Georgië en we komen en gaan hier in totaal vier keer. Het is gewoon heel handig om Tbilisi meerdere malen in ons tripje op te nemen. En daarbij is het zeker geen straf want het is gewoon een hele leuke stad.
Meestal arriveren we op of het Didube of het Ortachala busstation. Dit zijn de plekken die de marsrutky busjes uit de provincie als eindbestemming hebben. Net waar je vandaan komt want het ene is voor de noordelijk gelegen bestemmingen en het andere voor de zuidelijke. Vanaf Didube kan je heel gemakkelijk met de metro verder, vanaf Ortachala pakten we een taxi.
Tbilisi wordt door midden gesneden door de Mtkvari rivier, een heel aantal bruggen verbindt de ene kant van de stad met de andere waaronder de fraaie Peace Bridge. En al ga je ook maar iets weg van de rivier dan beginnen de heuvels waar de stad in gebouwd is. Het oude stadscentrum is nog aardig vlak maar de wijken er om heen betekenen klimmen! Niet enorm, maar het zijn vaak toch leuke heuveltjes tijdens onze rondjes door de stad.
Tbilisi heeft een fraai oud centrum. Enerzijds al redelijk overgenomen door horeca en toerisme, maar ga je een paar straten verder dan heb je de kerkjes en authentieke straatjes weer voor jezelf. Direct naast de oude stad staat het Narikala fort op een uitstekende heuvelpunt. Je kan er inmiddels met gondelbaan vanaf de overzijde van de rivier naartoe, maar eigenlijk is het veel leuker om door de wirwar van straatjes je weg naar boven te vinden.
Tijdens de warmte op het midden van de dag is het heel lekker om de naastgelegen botanische tuin in te gaan. Hier is het heerlijk koel onder de bomen en is ook de lucht weer eens lekker fris. Want de drukke straten in de stad staan ook echt de hele dag blauw van de uitlaat gassen! Heel prettig om dat even achter je te laten. De botanische tuin volgt het smalle riviertje wat midden in het centrum van de stad uitkomt. Het is eigenlijk een heel natuurlijke omgeving in een smalle kloof. Halverwege is een waterval met een grote poel waar veel locale mensen ook gaan zwemmen.
We vermaken ons hier prima, af en toe wat van de bezienswaardigheden meepakken, Peace bridge, de rommelmarkt rond de Dry Bridge, de kathedraal die op een hoge heuvel midden in de stad boven alles uittorent, en vooral veel genieten van het leven hier.
Zodra de zon onder is wordt het druk op straat en kan je op veel plaatsen tot laat buiten op het terras zitten. Bandjes en andere straatartiesten zorgen voor de muzikale omlijsting. De temperatuur ‘s avonds is heerlijk, tot laat in je t-shirt.
De laatste dag pakken we funicular naar het Mt. Mtatsminda. Het is een treinbaantje tegen de heuvel vrijwel gelijk aan die we in Baku hebben genomen. Dit komt uit aan de voet van de enorme tv toren die hier op de heuvel staat. Boven heb je een prachtig uitzicht over de stad. Direct naast de halte van de funicular zijn ook een aantal restaurants waar je heerlijk kan zitten met een verkoelend windje en het mooie uitzicht. Verder is er een amusementspark waar het eigenlijk best wel leuk is om een tijdje rond te hangen.