Lekker Lanka!
Ik hang uit het gat in de trein waar ooit de deur heeft gezeten. In het zonnetje en met een lekker windje door het haar. De geur van groene rijstvelden, rokerige vuurtjes en een oude diesellocomotief. De rijstvelden en kleine dorpjes schieten voorbij. Nou ja, schieten, echt hard gaat het niet. We stoppen in elk gehucht onderweg en het boemeltje hobbelt letterlijk zijn weg richting het noorden. Ik heb altijd gedacht dat een treinrails toch overwegend vlak dient te zijn, maar hier zitten er echte kuilen in de rails. Soms kom je bijna los van het bankje!
Maar het is een heerlijk ritje, vanuit Negombo richting het noorden. Een doodlopend stukje spoor van een uurtje of vier. En met niet al te veel passagiers zodat iedereen kan zitten. Later zal blijken dat het hebben van een zitplaats in het Sri Lankaanse openbaar vervoer een echte mazzel is.
Vier uurtjes treinen dus vanuit Negombo. Hier zijn we gaan zitten na de vlucht vanuit Singapore. Pas rond middernacht gearriveerd en met een taxi waarvan de binnenzijde was opgepoetst met dieselolie (?!) naar dit dorp aan zee gegaan. Lekker dicht bij het vliegveld en we laten Colombo voorlopig even links liggen. Dagje rustig aan gedaan aan het niet al te fraaie strand en toen dus weer op pad. Ons treintje gaat tot Puttalam waar het spoor stopt. Hier aansluitend een bus genomen naar Anuradhapura. Dit is een van de historische steden in centraal Sri Lanka en aangezien we hebben besloten om eerst een blokje cultuur mee te pakken is dit een mooie start.
De oude stad ligt naast het moderne Anuradhapura. Het is een behoorlijk uitgestrekt gebied dat we met onze gehuurde fietsjes te lijf gaan. Het meeste van wat hier is terug te vinden dateert van rond het begin van de jaartelling. Veel ruïnes dus van tempels en gebouwen. Het meest indrukwekkend zijn de dagoba's. Deze enorme belvomige bouwsels zijn geheel van baksteen gemaakt. De grootste was ooit het derde grootste gebouw ter wereld, na twee Egyptische piramides. Sommige zijn heel fraai gerestaureerd en weer helemaal witgekalkt, andere zijn gewoon kale baksteen. Eentje staat er in de steigers omdat er nu hersteld wordt. Hieraan kan je mooi zien wat een enorm bouwwerk het is. Voor de lokale bevolking zijn het nog steeds heilige lekken en er wordt veel geofferd bij de Boeddhabeelden. De heiligste plek is echter de Bodhiboom. Om deze boom (of eigenlijk bomen want het zijn er meer) is een heel tempelcomplex verrezen. Er wordt hier al meer dan tweeduizend jaar continu geofferd.
Dan de bus gepakt naar de volgende historische locatie, Polonnaruwa. Als we hier aankomen kunnen we 's middags gelijk een trip maken naar het Minneriya national park. Er is al een ander stel dat ook gaat en dus kunnen we mooi de kosten delen. In een gammele Tata 4WD op pad. Eerst een uurtje rijden naar de ingang van het nationale park en vervolgens over onverharde paden de bush in. Het park ligt rond een enorm meer wat nu in het droge seizoen vrij laag staat. Daardoor zijn er grote grasvelden langs de oever ontstaan en aan het eind van de dag komen groepen wilde olifanten uit het bos om zich hier vol te eten. Ons jeepie heeft geen dak dus we kunnen mooi staan in het bakkie terwijl we door het gebied rijden. Het bos is gortdroog. Dit centrale deel van Sri Lanka is ook absoluut geen tropisch groen regenwoud gebied. Eerder droge zanderige savannes.
We zien in het bos ook geheel geen dierenleven. Dat veranderd echter als we de vlakte bij het meer oprijden. Er lopen een groot aantal kuddes olifanten. In totaal zeker een honderdvijftig. Ze staan te grazen en lopen wat richting het water. Prachtig gezicht in deze omgeving. Het heeft eerder iets weg van een safari in een Afrikaanse savanne dan een landschap wat je verwacht in Sri Lanka. Geweldig om olifanten op deze manier te zien. Het is de eerste keer dat we ze in het wild zien.
We rijden met de jeep een rondje langs de oever van het meer. Achter elke heuvel lijkt wel weer een andere groep olifanten te staan. In het water staan veel vogels, vooral ooievaars en ibissen.
Als we teruggaan is het al donker geworden. Een uurtje rijden en we zijn weer bij het hotel. Op de veranda wat gegeten.
De volgende ochtend weer met het fietsje op pad om de oude stad te verkennen. Dit gebied is wat kleiner en ligt veel fraaier in het bos. Het ziet er ook veel knapper uit. Anuradhapura was soms net een vuilnisbelt door al het weggegooide afval. Wat dat aangaat zijn we nu weer “echt” in Azië. Alles gaat weer zo het raam uit. Maar deze oude stad is fraai om te zien. Het mooiste zijn hier een aantal boeddha's die uit een enorme rots zijn gehouwen.
Dan naar “de rots” gegaan. Wereldberoemd in heel Sri Lanka (en daarbuiten). Hij ligt in het dorpje Sigirya een uurtje of twee met de bus vanaf Pollonaruwa. We zijn dus al voor de middag in dit fraaie kleine dorpje. Lekker rustig tussen de rijstvelden. Kamertje gevonden bij de Lakmini Lodge. De eigenaar heeft aan de achterzijde een hut op palen gebouwd van waaruit je een prachtig uitzicht op de rots hebt. Die middag eerst wezen zwemmen bij een hotel uit de wat duurdere categorie. Kost je een euro maar dan lig je ook wel lekker in het zwembad te dobberen.
Als de ergste hitte voorbij is gaan we naar de rots. En het is natuurlijk niet zomaar een rots, het is een historische site met ruïnes, fresco's en een paar enorme leeuwen poten. We bezoeken eerst het mooie museum bij de ingang, gebouwd met Japans geld, poepie chique. Dan door de symmetrische tuinen naar de voet van de rots. Er is nu een groot stalen bouwsel met wenteltrappen en balustrades om richting boven te gaan. Dat moet vroeger toch wat ingewikkelder geweest zijn. Vooral om de nis in de rots met de fresco's te bereiken. Dit is het eerste wat je tegenkomt en deze ligt, als je de huidige trappenhandel wegdenkt, op een onbereikbare plaats. Misschien dat daardoor de rotstekeningen ook wel zo goed bewaard zijn gebleven. Je ziet de tekeningen overal in Sri Lanka terug op posters aan de muur. Ze zijn erg populair. Zal er wel iets mee te maken hebben dat de dames in kwestie nogal met de borsten lopen te pronken. Maar ik vond ze natuurlijk vooral uit artistiek oogpunt erg fraai …
Halverwege de rots is een plateau met de de vroegere toegang tot de top. Ooit stond er hier een enorme leeuw waarbij je de stenen trap tussen de poten op moest en door z'n bek je weg vervolgde. Hoe jammer dat er nu alleen nog de twee poten over zijn. Aan de omvang van de poten te zien moet de leeuw een reusachtige omvang hebben gehad. Nu is er een ijzeren trap omhoog, da's toch wat anders dan door de bek van de leeuw.
Boven op de rots zijn nog de resten van een klooster te zien. Niet heel indrukwekkend maar het uitzicht maakt veel goed. Vanaf hier lijkt het alsof we midden in een enorm oerwoud staan. Alles beneden gaat verscholen tussen de bomen. Lekker een uurtje gezeten in het windje en genoten van het uitzicht. Als de zon bijna onder is weer naar beneden gegaan. Die avond in het hutje op palen achter “de lodge” gegeten met een ander stel Hollanders. Lekkere curry.
Volgende stop is het berggebied van Sri Lanka, als eerste in Kandy. We pakken de bus Sigirya en gaan er na een uurtje al weer uit want onderweg willen we nog even de tempel in de grot bij Dambulla meepakken. De tassen bij een restaurantje geparkeerd en dan op pad. Bij de entree is een enorme moderne tempel met gigantische goudkleurige boeddha gebouwd. Het ding heet dan ook de “Golden temple”. Beetje kitscherig...
De tempels in de grot zijn gelukkig een stuk fraaier. Je moet wel eerst weer een leuk stukje traplopen maar het is de moeite. De grotten zijn geheel voorzien van rotstekeningen en staan vol met boeddha beelden waaronder een aantal liggende.
Dan weer een bus gepakt richting Kandy. Dit is een passerende bus en dan weet je het al, dat wordt staan. Zolang je instapt op een startpunt van een bus valt er nog wel een zitplaats te regelen (is ie vol pak je gewoon een andere) maar zo langs de weg ben je gewoon een van de vijftig die staan. En hoe vol een bus ook lijkt, er kan altijd meer bij. Was dus een leuk ritje vooral met de hier geldende rijstijl. Als bezetenen...
Kandy ligt laag in de bergen maar is toch al wat koeler dan in het laagland. De stad zelf is vergeven van bussen en ziet blauw van de smog. Goor stadje. Maar..., loop je 15 minuten uit het centrum langs het meer van Kandy en vervolgens de heuvels in dan is het een totaal ander verhaal. Heuvels met grote bomen en slinger weggetjes tussen de huizen door. Dit is waar we zitten in een guesthouse met uitzicht op het meer. Helemaal niet verkeerd.
We bezoeken hier de botanische tuin. Uiteraard groot gemaakt tijdens de Engelse overheersing. Het is nu een heerlijk groen park met enorme bomen. En een enorme variatie aan bomen. Van uit de hele tropische wereld staan ze er. Verder laantjes omgeven met hoge palmen en natuurlijk veel bloemen en planten. En een stuk of wat bruidsparen, in prachtige kleding, kennelijk een populaire plek voor “de fotoos”.