Langs de zuidkust
Ons laatste deel Sri Lanka gaat langs de zuidkust. Dit is waar de goudkleurige zandstranden zijn, baaitjes omzoomd met palmbomen en gevuld met een azuurblauwe zee. Idyllische plekjes.
Maar dit is ook waar de tsunami het hardst heeft toegeslagen. Veel van de dorpjes zijn destijds vrijwel kompleet weggevaagd. Maar er is de afgelopen jaren ontzettend veel hersteld. In de dorpjes zelf is meestal niets meer te zien wat er nog aan herinnert maar kom je hier iets buiten dan staan er nog vaak ruïnes van huizen die nooit meer hersteld zijn. Geen overlevenden, geen geld, wie zal het zeggen... Stille getuigen van het drama van bijna zeven jaar geleden.
Van Tissamaharama gaan we eerst naar Tangalle. De afstanden tussen de plaatsen die we bezoeken zijn vanaf nu klein dus met een uurtje of twee bussen in de ochtend zijn we er al. Kunnen we gelijk rond de middag het water in!
Tangalle is vrijwel verlaten voor wat de toeristen betreft. Keuze te over dus want er is accommodatie zat. Prachtig nieuwe cabanas gevonden, twee hoog op een heuveltje dus met een ruim uitzicht over zee. En met een interieur wat voor reuzen gemaakt is, de stoelen op de veranda zijn GROOT. Je moet er gewoon inklimmen...
De zee is hier wel erg ruig. Niet een relaxed zeetje om in te zwemmen. De golven donderen met zoveel geweld op het strand dat je s' nachts de trillingen in je bed voelt. s' Avonds vliegen er massa's vuurvliegjes door de bomen langs ons balkon. Soms lijkt het wel een kerstboom! Een dag gebleven hier.
Volgende stop is Mirissa. Dit moet het meest relaxte low key plekje zijn wat er in Lanka te vinden is. Slechts een paar guesthouses,verborgen tussen het groen langs het strand. Restaurantjes met hun tafeltjes op het zand. Zo heerlijk kleinschalig. Reggae geeft hier het ritme aan, Bob Marley is nog altijd de messias.
Beetje zwemmen, beetje lezen, wegdromen tussen al dat blauw. 's Avonds wordt er een tafel op strand geplaatst met een voorraadje verse vis er op. Kies maar uit! Het leven is goed!
Dan naar Unawatuna, ook een plaatsje wat zwaar te lijden heeft gehad onder de tsunami. Maar met veel hulp van uit het buitenland waren ze er hier wel weer als eerste bovenop. Het nieuwe dorpje is deels bijna op het strand gebouwd. Kennelijk in de veronderstelling dat de toerist het liefst zo uit z'n bed in het water stapt. Gevolg is dat het romantische plaatje van palmbomen en goud strand hier onderbroken word door lelijk beton. Wat aan alle kanten uit elkaar zakt want de zee loopt er natuurlijk aan te knagen. Jammer, maar als je de andere kant op kijkt is er ook weer een prachtige heldere blauwe baai te zien en dat maakt veel goed.
Wij vinden ons plekje een stukje landinwaarts bij “the Rock house”. Ook hier zijn we weer de enige gast. Er lopen wel aardig wat toeristen rond in Unawatuna maar er is zo veel meer accommodatie dat de prijzen heel laag zijn. Waanzinnige kamer voor een prikkie. Waarschijnlijk de grootste ooit, met mega veranda. Uitzicht op een stuk groen waar s' ochtends de apen in langskomen. Als ik wakker wordt zitten ze me vanuit de bomen aan te kijken. Vogeltjes, eekhoorns, het is weer een fantastisch plekje.
Drie dagen gebleven hier, vaak gewoon op de veranda, een boek lezen en uitkijken op al dat fraaie groen. Bij een lokale houtbewerker een mooie olifant gekocht. De man had hem net klaar. 's Middags gekocht en die avond konden we hem ophalen, gepoetst en wel. Wordt even slepen de laatste dagen maar dat hebben we er wel voor over.
In Galle blijven we een dag. Dit stadje heeft een oude Hollandse vesting uit de tijd van de VOC. Langs de hele kustlijn vind je overblijfselen uit die tijd maar hier in Galle is alles het mooist bewaard gebleven. We maken een paar wandelingen door het oude stadje. De vesting muren zijn heel goed bewaard gebleven. Zo goed, dat de hele oude stad is beschermd tijdens de tsunami terwijl het moderne Galle voor een groot deel verwoest werd. Driekwart van de vesting ligt direct in zee, een klein deel vormt de verbinding met het vaste land. Het is eenvoudig voor te stellen waarom voor deze plek gekozen is, rondom liggen riffen en het is onmogelijk om dichtbij te komen met een boot.
Er staan nog heel wat gebouwen uit die tijd overeind, inmiddels gerestaureerd, en het is een heel fraai fortje. Er wordt aan alle kanten opgeknapt en het kan niet anders dat dit een toeristisch toppertje gaat worden. Overigens schijnt een aardig deel van de gebouwen al in buitenlandse handen te zijn.
Dan met een tuktuk naar Hikkaduwa. Halverwege wordt hij door agenten aan de kant gezet. Te hard gereden... Bijna nooit zie je hier politie en nu staan ze zelfs snelheid te meten... En ons tuktukje reed echt niet hard. We hebben ze wel anders meegemaakt. Maar volgens de dienders 43 waar 40 is toegestaan voor een tuktuk. Complete waanzin als je ziet hoe het overige verkeer, met name de bussen hier rijden. Maar hij krijgt een boete van 5000 roepies. Ook al zo bizar, dat is iets van 30 euro. Veel geld hier in Sri Lanka.
Hikkaduwa hadden we eigenlijk wel kunnen overslaan. Het is kompleet volgebouwd aan het strand, een zandstrand is er daardoor nauwelijks over en de drukke snelweg loopt pal voor de deur van alle accommodatie. Gelukkig hadden we al bedacht dat we hier maar een nacht gingen verblijven.
En dan het laatste stukje. Eerst met de bus naar Colombo en vervolgens met een andere bus door naar Negombo. Het wordt nog een aardig vermoeiend ritje, vooral door de drukte in en om Colombo. Maar als we weer in Negombo zijn zit ons rondje Sri Lanka er op. We gaan naar hetzelfde hotel als bij de start om onze tas met overbodig spul die we hebben achtergelaten op te halen en nemen hier gelijk ook maar weer een kamer. Nog een dagje, dan zit ons hele avontuur er al weer op. Het is omgevlogen! Morgen ochtend om drie uur stappen we in een tuktuk voor het laatste ritje naar het vliegveld. Om half zes vliegen we terug naar Holland!