Centraal Sarawak
Met de bus gaan we door het grootste deel van Centraal Sarawak. Eerst naar Miri, vervolgens Bintulu en uiteindelijk Sibu. Het zijn alle drie bedrijvige provincie stadjes. Niet heel fraai of zo, meestal gewoon de saaie vierkante betonbouw. Maar wel alledrie gelegen aan rivieren naar zee. En dat maakt dat het vooral aan het einde van de middag lekker afkoelt door de wind vanaf zee. Is ook wel welkom want het is alle dagen vol op zon waardoor het rond de middag bar heet is.
Deze regio is veel minder islamitisch dan Sabah (en natuurlijk Brunei). Het lijkt ook wel of er hier veel meer Chinezen wonen dan in het noorden. Wel een verrijking wat de menukaart betreft want die is dan toch net wat smakelijker! En ze hebben tenminste gewoon weer overal “pork 'n beer”. Hoewel Chinezen ook wel weer een beetje doorslaan met wat ze allemaal eten want hier vind je ook weer aquariumbakken vol met enorme padden. Met grote glazige ogen kijken ze je allemaal aan. Eet smakelijk!
In Bintulu en Sibu de Chinese tempels bezocht. Die in Sibu staat pal naast de rivier en heeft een hoge pagode. Bij de beheerder de sleutel gevraagd en vervolgens de trappen op naar boven. Puf, zweten...
Maar de beloning is daar, prachtig uitzicht over de rivier en het beton en golfplaat van Sibu. Eigenlijk wilden we vanaf hier de zon zien ondergaan in de rivier, maar zoals zo vaak duikt hij net voor het “momant-surpreme” achter een wolk. Ach.
's Avonds lekker over de nachtmarkt gestruind. Het is een hele leuke. Heel veel locale snacks die we nog niet eerder gezien hebben. En lekker! Enorme rookwolken gaan tussen de kraampjes door als er weer eens flink wat op de hete kolen gaat. Vooral de dikke dubbelgevouwen pannenkoeken die ze hier verkopen zijn niet te versmaden; gevuld met een laagje pinda's, mais, bruine suiker en chocoladesnippers. Jammie!
Vanuit Sibu gaan we weer het binnenland in. Met de speedboot want een weg is er niet. Het zijn weer de bekende langwerpige monsters die als een speer over de rivier gaan. We passeren enorme duwbakken gevuld met boomstammen en kolen die richting kust gaan. Het is een heel vermakelijk tochtje door een prachtige groene omgeving. Eigenlijk het fraaiste groen onderweg in Borneo tot nu toe. In drie uur bij onze bestemming: Kapit.
Kapit is het regionale centrum, een stadje diep in het binnenland omringd door groene heuvels. Het is wel verrassend om te zien hoeveel verkeer er hier rond rijdt. Er is namelijk de normale drukte die je in elk stadje van deze omvang aantreft. En dat voor een plaats waar verder geen wegen van of naar toe gaan.
Maar goed het is een behoorlijk plaatsje en in de omgeving zijn ook nog wel wat wegen, al worden ze snel onverhard. En er zijn nog de “loggingroads” die diep de jungle ingaan. Maar die schijnen alleen door het zware houtkap materiaal gebruikt te worden. Leuk plaatsje dus, en we hebben massel met het hotel wat we vinden want het is pas 1 maand open. Alles is dus nog nagelnieuw! Heel fijn!
We zijn hier voor een bezoek aan een longhouse. Er zijn er heel wat in de regio , vlakbij en heel ver de rivieren op. We kiezen voor een longhouse in de buurt, het Rumah Bundong. Op de markt een deal gemaakt met een taxidriver en vervolgens heen gehobbelt.
De longhouses zijn de traditionele woningen van de locale bevolking. Ze staan op palen boven de grond van het regenwoud en huisvesten een hele gemeenschap. Het is een lange rij woningkjes onder een dak met een grote overdekte veranda waar het hele leven zich afspeelt. Het longhouse wat wij bezoeken is al 180 jaar oud! Inmiddels is er natuurlijk wel aan alle kante vernieuwd en heeft het ook grotendeels een golfplaten dak en wandjes van spaanplaat. En schotels op het dak want ook hier leven ze natuurlijk wel in de 21e eeuw. Maar de manier van leven is nog heel traditioneel.
We melden ons eerst bij de woning van het dorpshoofd. Hij is zelf niet aanwezig maar we worden door z'n schoondochter ontvangen. Ondanks de hitte buiten is het hier nog lekker aangenaam. De woonkamer heeft tv en een paar groene banken en een wand vol foto's en diploma's van de familie. De kids van de schoondochter hangen ondersteboven in de bank en duiken weg als je ze aankijkt. De ruimte valt me alles mee, maar dit is natuurlijk wel de woning van de chief.
We babbelen wat en registreren ons in het grote bezoekersboek, en er wordt natuurlijk betaald want toerisme is natuurlijk business. En terecht overigens.
Dan een rondje over de veranda en buitenom gemaakt. Het is er opmerkelijk stil. Iedereen is naar het werk of naar school. Alleen wat vrouwen en kleine kinderen scharrelen rond net als de honden en kippen een paar meter lager in het donker onder de planken. Maar de veranda is vooral erg leeg. Niets geen oogst wat ligt te drogen of andere activiteiten. Wel een verschil met eerdere longhouses die we hebben bezocht. Daar was de veranda een brei van activiteiten en waren er diverse kookplaatsen waar de vuurtjes rookten. Hier heeft elk huisje z'n eigen keukentje op gas. Het leven speelt zich hier overdag in de stad af en men komt 's avonds bijeen.
Het longhouse ligt wel prachtig in het groen en aan een heldere rivier. Mooi plekje! Na een uurtje eigenlijk wel uitgekeken en terug gegaan naar Kapit.
In Kapit nog even de locale musea bezocht. Helaas blijft het bij eentje, de andere is gesloten op zaterdag. De volgende dag weer de expressboot terug genomen naar Sibu