Reisverslag Thailand 1998
Maandag 18 Mei / Dinsdag 19 Mei
Om 15.30 uur vertrokken van schiphol met een MD11 van Mandarin Airlines. Het vliegtuig zat lang niet vol dus we hadden met z’n tweeen de beschikking over vijf stoelen. Eindelijk eens languit. Exact 11.40 uur later gearriveerd in Bangkok om 8.30 uur plaatselijke tijd. Het was opvallend rustig op Bangkok Airport. Vanaf het vliegveld een taxi genomen naar het hotel aan de Sukhumwit road. De eerste indruk is er een van een behoorlijk verwesterde stad, langs de tolweg naar het centrum staat het vol met metershoge reclameborden en hoge kantoorgebouwen. In het hotel eerst een paar uurtjes geslapen en daarna de bus genomen naar Chinatown. Hier beleef je weer de echte “sights, sounds en smells of Asia”. Het is een wirwar van steegjes, marktjes en kraampjes. Hier ook nog enkele tempels bezocht. Daarna naar een groot Boeddha monument gelopen aan de rand van de rivier. Op het plein ervoor waren een stuk of zes voetbal wedstrijdjes aan de gang. Inmiddels was het al een uur of acht en hebben we de bus teruggenomen richting Sukhumwit, daar Chinees - Thais gegeten bij YongLee.
Maandag 18 Mei / Dinsdag 19 Mei
Om 15.30 uur vertrokken van schiphol met een MD11 van Mandarin Airlines. Het vliegtuig zat lang niet vol dus we hadden met z’n tweeen de beschikking over vijf stoelen. Eindelijk eens languit. Exact 11.40 uur later gearriveerd in Bangkok om 8.30 uur plaatselijke tijd. Het was opvallend rustig op Bangkok Airport. Vanaf het vliegveld een taxi genomen naar het hotel aan de Sukhumwit road. De eerste indruk is er een van een behoorlijk verwesterde stad, langs de tolweg naar het centrum staat het vol met metershoge reclameborden en hoge kantoorgebouwen. In het hotel eerst een paar uurtjes geslapen en daarna de bus genomen naar Chinatown. Hier beleef je weer de echte “sights, sounds en smells of Asia”. Het is een wirwar van steegjes, marktjes en kraampjes. Hier ook nog enkele tempels bezocht. Daarna naar een groot Boeddha monument gelopen aan de rand van de rivier. Op het plein ervoor waren een stuk of zes voetbal wedstrijdjes aan de gang. Inmiddels was het al een uur of acht en hebben we de bus teruggenomen richting Sukhumwit, daar Chinees - Thais gegeten bij YongLee.
Woensdag 20 Mei
Vandaag eerst de TukTuk geprobeerd richting het centrum, na 100 meter ging de bestuurder even een praatje maken en wilde ons alleen nog via een “toeristische route” wegbrengen, dat ging dus niet door. Dus de bus weer genomen. Bij Tha Tien de veerboot naar de overkant van de Chao Phraya rivier genomen naar de Wat Arun. Deze heeft een 86 meter hoge prang (toren) en is helemaal bedekt met stukjes gebroken porselein. Vervolgens de Wat Phra Kaeo en het Grand Palace bezocht. Hier bevindt zich het meest heilige boeddhabeeld van Thailand. Het beeldje zelf is niet te zien, het gaat helemaal schuil in het altaar achter de andere beelden. Er mag hier ook niet gefotografeerd worden en je voeten mogen niet richting het boeddhabeeld wijzen. Vervolgens naar de Wat Phra Kaeo gegaan, de oudste en grootset tempel van Bangkok. Hier is een hele grote liggende boeddha te zien 45 m. lang en 15 m. hoog. De liggende houding van de boeddha verbeeld dat hij in afwachting is van het nirwana, het punt van de bevrijding van de reïncarnatiecyclus. Hierna bij Tha Tien weer de boot genomen. We wilden een tocht over de rivier maken en uitstappen bij Tha Maharaj. Per ongeluk te ver gevaren. Opeens begon het onwijs te hozen, je kon de wal niet meer zien. Bij de eerstvolgende halte maar uitgestapt, op de gebruikelijke “geen tijd te verliezen manier” want je moest weer springen voor je leven. We bleken beland te zijn bij Tha Wisut Kasat en zijn maar wat gaan eten en drinken in een restaurantje op palen in de rivier. En ondertussen ging het steeds maar harder regenen. Uiteindelijk weer droog geworden en weer een bootje gepakt richting centrum. In de buurt van het Grand Palace op zoek naar een bus richting Sukhumwit. Terwijl we stonden te wachten werd iedereen door agenten gesommeerd op te staan. De koningin was in aantocht! Het krioelende verkeer werd tegengehouden en de wegen vrijgemaakt. In een grote gele limousine kwam ze voorbij gereden. Een dame tegenover haar waaierde voor wat frisse lucht. Uiteindelijk verdween ze onder trompetgeschal door de poorten van het Grand Palace.
Dit was even een leuke afleiding maar ondertussen hadden we nog steeds geen bus. Na een lange uitleg van een vriendelijke Thai die op de achtenkant van een vloeitje probeerde te schetsen waar welke bussen rijden namen we uiteindelijk toch maar een Tuk Tuk. Met een noodgang door het inmiddels donker geworden Bangkok. Aan het begin van de Sukhumwit uitgestapt en een paar van de luxe warenhuizen bezocht. Het zijn enorme winkelcentra waar alle westerse geneugten te koop zijn. Lopend langs de Sukhumwit verder en uiteindelijk bij hetzelfde restaurantje als gisteren gegeten. Zo gauw als we iets uit elkaar lopen heb ik een hoop aanspraak van de schaars geklede dametjes en van chauffeurtjes met fotoboeken vol schoons. Bangkok maakt z’n naam waar.
Donderdag 21 Mei
Vanochtend op pad geweest voor een visum voor- en vlucht naar Laos. Visum 2300 Bt / vlucht 3000 Bt. Uiteindelijk toch maar niet gedaan, het kwam qua tijd wel erg ongunstig uit. Daarna onze spullen ingepakt en een taxi genomen naar de busterminal in Thionuri. Hier voor 63 Bt een ticket gekocht naar Kanchanaburi. Het was ongeveer twee uur rijden met de aircobus. Onderweg een erg saai landschap en een lang stuk over de autosnelweg. Het laatste stukje wordt weer mooier, het landschap wordt bergachtig met veel bebossing. In Kanchanaburi met de bejak een rustig guesthouse aan de Kwai rivier uitgezocht. Het werd Sam’s Place. Op de rivier varen de longtail boats met een noodgang voorbij. ‘s Avonds aan de overkant van de rivier gegeten in een restaurant op palen in de rivier. Het is hier aangenaam zitten met een lekker koel windje over de rivier.
Zaterdag 23 Mei
Helaas, ons toertje gaat niet door, we zijn de enige twee die meewillen en daar wil hij niet voor rijden. Dan maar met het openbaar vervoer, no problem ! Met de sonthreaw naar de busterminal en daar voor 25 Bt. de bus naar Erawan genomen. Na ongeveer ander half uur rijden op plaats van bestemming. Het is een prachtige omgeving die geheel beschermd natuurpark is. De Erawan waterval bestaat uit zeven etappes, van de onderste tot de bovenste is het een dik uur lopen. Onder aan de waterval is het vol met Thai die daar uitbundig aan het picknicken zijn. Bij een post van de parkwachters moeten alle etenswaren worden afgegeven, men wil koste wat kost voorkomen dat het hier vervuild wordt. We zijn tot helemaal boven gelopen, toch nog een vrij zware klim in de benauwende hitte. Onderweg in een van de poelen tussen de vissen gezwommen, het water is kraakhelder. De vissen zitten te sabbelen aan je huid, aparte ervaring. Ook nog wat mooie vlinders gezien. Rond een uur of drie weer de bus terug genomen. s’ Avonds gegeten bij het guesthouse.
Vrijdag 22 Mei
Vandaag twee fietsjes gehuurd vlakbij Sam’s Place. 30 Bt voor de hele dag. Het zijn kleine barreltjes met een kinderzitje en een mandje aan het stuur. Eerst richting de “Bridge on the river Kwai” gegaan. Het is echt een toeristische attractie, de bussen rijden af en aan. De brug op zich is niets bijzonders, het verhaal eromheen des te meer. Diverse gedenkstenen vertellen van de ontberingen die mensen hier tijdens de Japanse overheersing hebben moeten doorstaan. De brug was en onderdeel van een de spoorlijn die de Japanners wilden aanleggen om een snellere verbinding met Birma te krijgen. Mensen van diverse nationaliteiten, Europees, Aziatisch en Amerikaans werden hier tewerkgesteld. De teksten op de gedenkstenen waren ook in alle talen opgesteld. Ongeveer 10000 mensen zijn bij de aanleg van de spoorbrug om het leven gekomen waarvan al 3000 bij de brug alleen. Vervolgens door het stadje richting het JEATH museum gefietst. De hoofdwegen hier zijn vernoemd naar de landen van de slachtoffers die hier vielen. Er was o.a. een “Australian road”, Singapore road”, “Holland road” etc. Het JEATH museum bestond uit replica’s van de bamboe barakken waarin de gevangen van destijds moesten verblijven. Er waren allerlei foto’s en voorwerpen uit die tijd te zien, behoorlijk indrukwekkend. Hierna het pontje over de Kwai genomen en richting de Wat Tham Mongkon Thong tempel gaan fietsen. Het was een aardig toertje door suikerriet velden en langs papaya bomen. De Wat Tham Mongkon Thong is bekend om de “drijvende non”, een non die mediteert op haar rug in een klein zwembad. Maar we hebben haar niet gezien, het blijkt dat ze alleen poseert voor groepen van 20 mensen of meer of tegen betaling…. Een lange trap met aan weerszijden draken leidt naar de tempel die zich in een grot bevindt. In de grot staan een aantal gouden boeddha’s met pracht en praal er omheen. Door de lampjes te volgen gingen we verder kruipend de grot in en kwamen uiteindelijk met een trapje weer buiten. Vanaf hier een mooi uitzicht over de vallei en de bergen. Vervolgens weer op het fietsje terug naar ons guesthouse. Bij het postkantoor nog even gebeld naar het thuisfront. Weer gegeten bij Sutjai en vervolgens bij het guesthouse geregeld om met een toertje morgen naar de Erawan watervallen te gaan.
Zondag 24 Mei
Om 9.00 uur vertrokken met de bus vanuit Kanchanaburi naar Suphanburi. Tegen half 12 waren we in Suphanburi, hier een aansluiting gezocht naar Ayuthaya. Het viel mee, 10 minuten later waren we alweer op weg. Rond 13.00 uur aangekomen in Ayuthaya. Een kamer genomen in een hotelletje aan de Rochana road, het Wiengfa. ’s Middags eerst het plaatselijke tourist office bezocht en geïnformeerd naar de meest interessante plaatsen om te bezoeken want het is hier werkelijk vergeven van de oude tempels en ruïnes. Met de plattegrond op zak namen we eerst een songthaew naar de markt om fietsen te huren. Het is geen probleem, voor 50 Bt. hebben we weer tot morgenochtend twee fietsjes tot onze beschikking. Vervolgens een tour door de stad gaan maken en de Wat Katchaburana, Wat Mahathat, Wat Phra Si Samphet en Wihan Phra Mongkhon Bophit bezocht. De tempels zijn veelal in een vervallen staat maar het is duidelijk wat een enorme complexen dit vroeger zijn geweest. Bij ieder tempel bezoek weer een straatstalletje opgezocht om wat drinken in te slaan, het was een enorm hete dag vandaag. Onderweg in de stad voor het eerst een heleboel olifanten tegengekomen, bij het nemen van een foto werd er zelfs even geposeerd! Later in de avond nog even langs de Hua Raw nachtmarkt gefietst om uiteindelijk bij een drijvend restaurantje te gaan eten, het was weer heerlijk !
Maandag 25 Mei
Vanmorgen vroeg de fietsen teruggebracht en de ferry genomen naar het treinstation. Het is al aardig druk op het station en uit de luidspeakers klinkt een oorverdovende herrie die kennelijk de dagelijkse pep-talk is voor alle mensen hier s’ochtends vertrekken. Om 8:20 de trein genomen naar Phitsanulok. De omgeving waar we doorheen reden was niet zo bijzonder, de treinreis op zich des te meer. Het was eigenlijk een soort boemeltje met vele wagons achter een dampende diesellocomotief. Alle ramen staan wagenwijd open om nog een beetje verkoeling te krijgen. Na een uurtje zie je ook helemaal vies van het stof en de vette dieseldampen en plak je aan je stoel vast. In de wagons komt een constant stroom van verkopers langs met allerlei etenswaren en andere handel. Wanneer de trein stopt bij stationnetjes, en dat gebeurt nogal eens, dan wordt hij bestormd door nog meer handelaartjes die zodra er weer beweging in komt zo snel mogelijk weer naar buiten rennen. Het was een vrij vermoeiende maar wel leuke vorm van verplaatsen. Op het station nog een stel andere reizigers ontmoet, twee Duitsers en een Nederlander. De Nederlandse jongen was al negen maanden onderweg, mooie verhalen dus in de trein. Van Phitsanulok de bus genomen naar Sukhothai, ons einddoel van vandaag. We verblijven in Sawasddiphong, wederom een klein hotelletje. Later geprobeerd op straat te bellen en te E-mailen maar het wilde niet lukken, toen maar wat gaan eten. In een klein restaurantje aan de kippensoep en nasi goreng, het was niet te eten, aangebrand en in de soep dreven net iets te veel delen van de kip rond. Hierna het postkantoor opgezocht om even te bellen, dit gaat perfect hier. Omdat we nog steeds honger hadden maar weer een restaurantje opgezocht en ditmaal wel lekker gegeten.
Dinsdag 26 Mei
Om halfzeven opgestaan om op tijd bij het Sukhothai historical park te zijn zodat we mooi licht hebben voor de foto’s. Echter het was bewolkt. Met de songthraew naar het park en daar vlakbij fietsen gehuurd. De oude stad Sukhothai is omringd door een stadsmuur, zodra je naar binnen gaat betaal je entree. Het lijkt wel wat op Ayuthaya met ook weer veel ruïnes en boeddha beelden. Alleen was dit veel meer een onderhouden park met vijvers en voorzieningen e.d. Het staat dan ook op de Unesco lijst van werelderfgoederen. Overal in de vijvers bloeiden ‘s ochtends de lotusbloemen, een mooi gezicht, ’s middags gingen ze weer dicht. We vonden een prachtig plekje om te zitten in het park, een houten veranda aan het water met een dakje erboven. Hier hebben we wel een paar keer gezeten want het was vandaag vooral een rust dag. Bovendien was het geregeld schuilen want het was benauwd, zonnig, winderig en regenachtig tegelijk. Verder de hele dag rond gefietst tussen de ruines. Laat in de middag met de bus teruggegaan naar het centrum van het “nieuwe” Sukhothai. Bij Wintour tickets geregeld voor de bus van morgen. Op dat moment begon het geweldig te regenen en te onweren, ongeveer drie kwartier geschuild bij het kantoortje van Wintour.
Woensdag 27 Mei
Vanochtend om 9:00 uur vertrokken naar Chiang Rai met de airco bus. Een lange rit in een hobbelige bus, maar wel door een mooie omgeving. Vooral het laatste stuk ging door bergen en oerwouden. Om half vijf ‘s middags gearriveerd bij het busstation in Chiang Rai. Een kamer genomen in het Boonbundan Guest House. Zoals eigenlijk bij alle guesthouses tot nu toe ook hier weer erg rustig, we hebben de kamers voor het uitzoeken. Later die avond de over de nightmarket gelopen en een stoofpot gekocht.
Donderdag 28 Mei
Vanochtend om negen uur met de bus naar Chiang Saen gegaan. Dit ligt aan de Mekong rivier in de “Golden Triangle”, het gebied dat vroeger bekend stond om z’n opium handel. Hier eerst een museum bezocht met veel gebruiksvoorwerpen en klederdrachten van de bergstammen. Ook de nodige opium relikwieën bewonderd. Vervolgens een aantal ruines van tempels in het stadje bezocht. De meeste waren echt kompleet ingestort en overwoekerd. Hierna was het plan om met de boot over de Mekong naar Sop Ruak te gaan, iets noordelijker van Chiang Saen. Echter de 500 Bt. (27,50) die de eigenaars van de bootjes vroegen was ons echt iets te veel. Heel veel zin hadden ze er zo te zien ook niet in want er viel niet te onderhandelen. We hebben maar de songthaew genomen (10 Bt.). Sop Ruak is het eigenlijke drielandenpunt, wat tegenwoordig de Golden Triangle wordt genoemd. Het is een echte “tourist trap” vol met souvenirkramen die bijna allemaal hetzelfde verkopen. Gelukkig waren er vandaag weinig toeristen. Eerst een rondje gewandeld en aan de rand van de rivier zitten uitkijken over Laos en Myanmar (het vroegere Birma). Vervolgens een boot gehuurd en met een noodgang de rivier opgegaan. Ongeveer een half uur rivier opwaarts tussen Myanmar en Laos gevaren. Het is een mooie omgeving tussen de heuvels. Af en toe zitten er mensen te wassen in de rivier of spelen er kinderen. Op een landtong in Myanar wordt een enorm hotel gebouwd, de bouw staat echter al weer een tijdje stil vanwege onlusten in het grensgebied. Het was een leuke tocht. Hierna met de songthaew naar Mae Sai, de meest noordelijke stad van Thailand. Dit is de enige plaats waar grensverkeer mogelijk is tussen Thailand en Myanmar. Het is er behoorlijk bedrijvig maar er wordt echter wel streng gecontroleerd. Bij de hekken staan een hoop bedelende Birmaanse kinderen. Ze zien er slecht uit, een groot verschil met hun Thaise leeftijdgenoten. Vervolgens wat gewinkeld in het stadje. Er zijn veel winkels met goedkope elektronica en huishoudelijke apparatuur, artikelen die in Birma helemaal niet te koop zijn en waar men dus graag even de grens voor overkomt. Bij een van de antiekwinkels een ijzeren Thaise danser gekocht. Even verder in het stadje ging een lange trap de heuvel op naar een tempel. Aan weerszijde van de trap weer een lange zeven koppige draak als leuning. Eenmaal boven hadden we een mooi uitzicht over Myanmar.
Met de bus weer terug naar Chiang Rai. Tot twee maal toe onderweg controle door de politie. De drugshandel is hier nog steeds behoorlijk actueel en een paar broekies van en jaar of achttien zullen wel even laten zien wie er de baas is. Mensen van de bergstammen worden door de agenten als oud vuil behandeld. Het is ongelofelijk om te zien hoe onderdanig de mensen bij deze vernedering blijven, het zal wel het gevolg van jarenlange onderdrukking zijn. In Chiang Rai ’s avonds lekker gegeten bij Muang Thong en daarna weer over de nightmarket gegaan, ditmaal een houten boeddha gekocht.
Vrijdag 29 Mei
Een trekking geboekt bij ons guesthouse om enkele van de bergstammen te bezoeken. We vertrokken om tien uur met de eigenaar in de jeep naar de Kok rivier. Vandaar met de boot richting een Karen dorp. De gids ging ons met de jeep achterna. Het was een mooie boottocht van ongeveer een uur tussen de oerwouden en kleine dorpjes aan het water door. Bij aankomst in het dorp stond een vrouw en enkele kinderen ons in klederdracht op te wachten. Na vijf minuten waren ze weg en trokken waarschijnlijk hun oude kloffie weer aan. Het was een dorpje waar niets authentiek meer te zien was, overal souvenir kraampjes. Er stonden zo’n acht olifanten te wachten voor een rondtour maar wij gingen eerst met de jeep door naar een Akha dorp. Een jeep was niet verkeerd hier want de weg was maar een smal bospaadje. In het Akha dorp ons lunchpakketje opgegeten en een deel geruild met een kindje voor een bosje bloemen. Dit dorpje was al een stuk origineler met de houten huisjes tussen een zee van bloemen. De bewoners van dit dorpje werken voor de regering, ze doen aan bosbouw en hebben verder eigenlijk geen beroep. De kinderen gaan niet naar school en het meeste van het verdiende geld gaat op aan opium. Vanaf nu was het wachten op onze olifant, de gids ging alvast weer vooruit. Echter na 1½ uur nog steeds geen olifant. Toen maar wat gaan navragen in het dorp, een bewoonster liep lachend weg toen we vertelden wie onze gids was. Niet echt een goed voorteken. We gingen ons er alvast maar op voor bereiden om de nacht in het dorpje door te brengen. Vier anderen reizigers uit Hawaï en Taiwan bleven hier ook overnachten. Maar na twee uur kwam hij uiteindelijk de hoek omsjokken: onze olifant! De olifant mocht eerst nog even afkoelen in een beekje en werd daarna opgezadeld. Midden in het dorp was een brug over het riviertje en daar werd de olifant onder geparkeerd zodat we konden opstappen. Vervolgens door het oerwoud naar een Lahu dorp. Het was vrij comfortabel dit olifantje rijden. Het Lahu dorp was nog heel primitief. Er liep ook geen weg naartoe, alleen het pad dat wij met de olifant waren gegaan. We zijn een rondje door het dorp gelopen, het barste er van de kippen, zwijntjes en felle honden. Het dorpje ligt mooi tegen de heuvels aangebouwd. Vanuit dit dorp gingen we weer lopend terug over vrijwel hetzelfde pad als heen met de olifant. Onderweg nog even gerust bij een waterval, er kon hier gezwommen worden maar het water zag er niet al te schoon uit. Daarna verder gelopen tot de jeep en teruggereden naar het guesthouse. Hoewel de gids waardeloos was hebben we toch wel een mooie dag gehad. ’s Avonds weer gegeten bij Muang Thong, weer heerlijk voor weinig. Nog geprobeerd te E-mailen maar er was storing dus het feest ging niet door.
Zaterdag 30 Mei
We wilden om 8:45 de bus nemen naar Chiang Mai maar een half uur van tevoren aanwezig zijn om een ticket te kopen was niet genoeg, het werd dus 9:20. Weer een mooie route deels door de bergen. Om ongeveer kwart over twaalf afgezet bij een busterminal in Chiang Mai. Hier een songthaew genomen naar het vliegveld. Bij Thai Airlines een vlucht geboekt naar Mae Hong Son voor 345 Bt (19,95). Anders zouden we minimaal acht uur door de bergen moeten rijden, nu is het 30 minuten vliegen. Je begrijpt niet dat het voor deze prijs uitkan. Na anderhalfuur vertrokken naar Mae Hong Son met een Boeing 737. Onderweg een mooi uitzicht over de bergen. Van het vliegveld lopend naar een guesthouse gegaan. Een kamer genomen bij Piya guesthouse. Het is een schattig guesthouse met kamers rondom een tuin en een ruime veranda met uitzicht op een meertje. Mae Hong Son is sowieso een heel mooi plaatsje, vrij klein en ingeklemd tussen de bergen en de landingsbaan van het vliegveldje. In het midden ligt het meertje met een paar tempels in Birmese stijl ernaast. Vrouwen verkopen blaadjes als voer voor de zwermen vissen in het meertje. Vanavond een afspraak gemaakt met de gids van het guesthouse voor een trekking morgen.
Zondag 31 Mei
Weinig geslapen vannacht, het was erg warm en heel lawaaierig. Er lopen hier groepen honden rond die ‘s nachts alles bij elkaar blaffen en janken. En dat met name in de tuin van ons guesthouse. En als de honden dan stil waren begonnen de kikkers in het vijvertje in de tuin. Een zware nacht dus. Na het ontbijt weer met de jeep op pad. Een aardige gids ditmaal, hij heet Wal Lop maar laat zich George noemen. Hij spreekt heel goed Engels en weet veel te vertellen over de omgeving en de geschiedenis. We reden een mooie tocht door de bergen langs rijstvelden en theeplantages. Het doel is de Birmaanse grens waar een aantal Chinese bevolkingsgroepen leven. Gestopt in Mae Aw een Chinees dorpje, de plaatsnaam hebben ze meegenomen uit Birma, de Thaise naam is Ban Rak Thai. De Chinezen zijn hier na de tweede wereld oorlog achter gebleven als restant van een groep die zich destijds heeft afgescheiden van het Chinese leger. We zitten hier op steenworp afstand van de Birmaanse grens, de gids wil niet verder gaan vanwege eerdere problemen met Birmaanse grenswachten. Bij een familie thee gedronken, vers geplukt! Overal rond dit dorp liggen de theeplantages en de oogst ligt in het dorp te drogen. Hierna via een paadje naar een “Shan” dorp gereden. De Shan is een bevolkingsgroep die verspreid over Thailand, Birma en China leeft. Het is een prachtig gelegen en vooral heel schoon dorpje. Voor elk huisje staat een pergola vol met bloemen en daaronder een bankje. Er leven in dit dorp124 mensen voornamelijk van bos en landbouw. Hier vlakbij is een buitenpaleis van de koning van Thailand, de kinderen gaan daar naar school. Voor buitenlanders is dit verboden terrein. Bij het dorpshoofd koffie gedronken en een praatje gemaakt, hij sprak namelijk aardig engels. Vervolgens naar een “Mong” dorpje gereden. Hier een huisje bekeken, in een hoek was rond de haardplaats allemaal voorwerpen opgesteld met een spirituele betekenis. Het volgende dorpje was weer een Shan dorp. Een rondje gelopen en vervolgens naar de Pha Sua waterval gegaan. De waterval ligt prachtig in het bos, half in een kloof. De hoeveelheid water was niet echt indrukwekkend maar we zitten dan ook pas net in het begin van het regenseizoen.
Op de terugweg bij Tham Plaa naar de fishcave geweest. Dit is een grot waar een ondergrondse rivier boven komt, bij de oorsprong zitten honderden grote karpers die gevoerd worden met blaadjes. De vissen mogen niet gevangen worden want ze hebben een heilige spirituele betekenis. Tenslotte afgezet bij de Doi Kong Mu tempel op de heuvel bij Mae Hong Son. De tempel zelf stelt niet zo veel voor maar het uitzicht over de vallei en Mae Hong Son is prachtig. Je zag duidelijk de vijver en het vliegveld. Hierna teruggelopen naar het guesthouse. Aangezien we de we lunch pas om 15:00 uur hadden genomen hadden we nog niet echt trek en zijn maar een rondje door het dorp gaan lopen. In de hoofdstraat was een antirookcampagne aan de gang, met zang en dans als vermaak….. Ook nog van kamer gewisseld om vanavond in elk geval weer te slapen, we zitten nu in een luxe bungalow. Toen we uiteindelijk wilden gaan eten barstte er een enorme regenbui met onweer los. Het halve dorp staat blank. We hebben het eten maar overgeslagen.
Maandag 1 juni
Vandaag liggen er grote hopen modder op straat als gevolg van de regenval van gisteravond. We zijn weer vroeg met de jeep van George vertrokken richting Soppong. Een mooie route door de bergen. Onderweg ontbeten langs de weg. In de buurt van Soppong naar de grot van Tham lot gegaan. Dit is een grote natuurlijk gevormde druipsteengrot waardoor een onderaardse rivier loopt. Naast onze gids George ging er nog een gids mee met een grote gaslamp. In de grot stinkt het enorm naar de vogelpoep. Er vliegen dan ook duizenden zwaluwen rond de uitgang. Binnenin heel veel vleermuizen. De grot bestaat uit een heel grote hoofdkamer en enkele kleine zijkamers, prachtige stalactieten en stalagmieten. Om naar de derde kamer te gaan moesten we raften over de onderaardse rivier, per bamboevlot door de duisternis. Het was niet zo spectaculair want de waterstand was erg laag en het riviertje dus erg rustig. In de derde kamer lag een aantal doodskisten, het is nog maar de vraag of dit allemaal origineel is of dat ze er zijn geplaatst om de grot wat meer status te geven. Je moest hier enorm uitkijken voor vogelpoep op je hoofd de lucht zag zwart van de zwaluwen. We liepen door en dikke laag vogeldrek. Eenmaal weer buitengekomen door het bos teruggelopen naar de auto. In Soppang geluncht. Hierna nog een Lisu en Lahu village in de omgeving van Soppong bezocht. Mooie originele dorpjes. In beide dorpjes loopt de bevolking nog in traditionele klederdracht rond. De Lisu bevolking is heel fleurig gekleed, de Lahu wat minder. In het Lahu dorp een schooltje bezocht, een klein gebouwtje waar iedereen gezeten op de bamboevloer les krijgt. Vervolgens weer terug naar Mae Hong Son.
Dinsdag 2 Juni
Rond 11 uur gevlogen van Mae Hong Son naar Chiang Mai. Een taxi genomen naar de buurt rond de Night bazaar. Bij Kim House een kamer genomen. Een mooie locatie vlakbij de Night bazaar. ‘s Middags wat rondgewandeld in de stad. Eindelijk een internet cafeetje gevonden met een werkende installatie(2 Bt per min.). Even de post doorgenomen en verstuurd en vervolgens weer verder gewandeld. Het oude centrum is exact vierkant en omringd door een vestingmuur met slotgracht. De stad is eigenlijk minder indrukwekkend en “relaxed” dan de gidsen doen geloven. Maar wel lekker rondgebanjerd en nog wat Watjes bezocht. In de avond bij het reisbureautje naast ons guesthouse een vlucht geboekt naar Bangkok op 4/6. Daarna bij Shere Shariaz gegeten. Een klein Indiaas restaurantje in de buurt. Toen de nachtmarkt opgelopen. Het is een enorm grote markt met vooral veel kleding en allerhande houtsnijwerk. Natuurlijk van alles gekocht.
Woensdag 3 Juni
Vandaag vroeg opgestaan. We gaan naar een olifantenkamp in de buurt. Veel te lang staan onderhandelen over de prijs met een man die ons wel wilde brengen, uiteindelijk waren we hem zo zat dat we maar een andere songthraew hebben genomen. Uitgestapt in Mae Rim en vanaf daar een songthraew genomen richting Samoeng. Langs deze weg lag het olifantenkamp. De olifanten hier hebben elk een eigen begeleider (levenslang!) en worden getraind voor bosarbeid. De voorstelling begon om 09.40 Eigenlijk was het geheel al behoorlijk circusachtig, niet helemaal wat we verwacht hadden. Maar het deel waarbij met bomen gewerkt werd was leuk om te zien. De olifanten mochten na afloop een beetje dollen in de rivier. Toen de songthraew genomen naar een orchideeënboerderij in de buurt. De man zou een uur op ons wachten en ons daarna met nog twee toeristen naar Chiang Mai terugbrengen. In de kwekerij worden de orchideeën zonder aarde gekweekt. Prachtige bloemen in allerlei soorten. Verder nog pauwen en Siamese katten te bewonderen en vooral vlinders. Enorm grote vlinders met een schitterend motief op de vleugels vlogen rond in de kassen. Ook grote cocons van de vlinders tussen de planten. Na een tijdje hadden we het bekeken, maar de man van de songthraew was er niet meer. Een oud mannetje met een brommertje heeft ons naar de grote weg gebracht. Vanaf daar meegelift met een paar jongens achter in de Isuzu. De mannen hadden er zin in en in no time waren we terug in Chiang Mai. Eerst wat gegeten in een klein restaurantje. Toen weer een songthraew genomen naar de Wat Doi Suthep, de belangrijkste tempel in het noorden van Thailand. De tempel is in de 14e eeuw gebouwd en ligt buiten Chiang Mai, 12 km de bergen in. Een trap van 300 treden leid je het laatste stukje naar boven. Het is en hele mooie tempel, een beetje het Grand Palace in het klein. Vanaf het tempelcomplex was er een prachtig uitzicht over Chiang Mai en de omgeving. Hier lekker een uurtje gezeten in de schaduw en genietend van het frisse windje en het uitzicht.
Donderdag 4 Juni
Vanochtend met de songthraew richting vliegveld. Bij de securitycheck komt m’n tas niet door de scanner. Ik moet mijn mes inleveren en kan het in Bangkok weer terugkrijgen. Exact om 9:15 vliegen we dan weer in een nieuw toestel van Thai Airlines. In Bangkok eerst het mes weer opgehaald en toen naar het stationnetje bij het vliegveld gelopen. Een continue stroom van “touts” probeert ons hotelletjes, taxi’s, bussen en andere ellende aan te smeren maar helaas voor hen; wij zijn hier al bekend. Na een tijdje wachten op het stationnetje vertrok de trein naar het Bangkok centraal. Hier weer een boemeltje genomen naar Hua Hin, ons reisdoel van vandaag. Ook in deze trein weer vele verkopers van allerhande artikelen, met name voedsel. De treinreis voerde dit keer door een mooi landschap, veel rijstvelden en akkertjes met daartussen plukjes palmbomen. Na een uur of drie bezweet en zwart van het stof aangekomen in Hua Hin. Het had hier net gehoosd, delen van de weg stonden blank. Hua Hin is toch wel meer toeristische dan we ons hadden voorgesteld, veel westerse restaurantjes en grote hotels. Uiteindelijk bij een guesthouse in een smal straatje met veel nachtbarretjes beland. ‘s Avonds weer heerlijk gegeten en op de markt nog een zwarte jurk voor Anita gekocht.
Vrijdag 5 juni
We zitten op loopafstand van het strand. Links bij de strandopgang staan stoelen met parasols. We zijn naar rechts gegaan en hebben schaduw gezocht onder een palmboom. We lagen vlak bij de Thaise massage dames. Ze begonnen ons al te masseren en gaven een boekje met reacties van mensen daarin die deze behandeling al een keer hadden doorstaan. Ondanks de lovende reacties in het boekje toch maar niet verder gegaan, het was ons al wel warm genoeg. Verder op het strand weer het gebruikelijke vertier; mannen die ons pony willen laten rijden en veel verkopers met kleden. Om ± halfdrie van het strand gegaan en hoewel we de gehele dag in de schaduw hebben gelegen waren we toch verbrand. Na ons wat opgefrist te hebben zijn we het stadje ingegaan en hebben Italiaans gegeten. Weer een jurkje voor Anita gekocht, staan twijfelen voor een pak voor onze Frank en vervolgens naar de pier waar de vissersboten binnenkomen met de vangst. ‘s Avonds op de markt weer heerlijk Thais gegeten.
Zaterdag 6 Juni
We waren te verbrand om naar het strand te gaan en daarom maar het stadje ingegaan. Eerst naar de pier om foto’s te nemen van de vissersboten. Toen een krantje gekocht en lang zitten koffiedrinken op een terrasje. Nog wat gewinkeld en gemaild en de dag was eigenlijk al weer om. s’Avonds weer een enorme stortbui, de weg naast ons guesthouse veranderde in een wilde rivier. Nog even transport voor morgen naar het vliegveld geregeld bij een reisbureautje.
Zondag 7 Juni
Vanochtend toch nog even naar het strand geweest, we hebben strandstoelen gehuurd en onder een dak van parasollen nog een paar uurtjes gezeten. Anita werd nog geïnterviewd door vier Thaise scholieren. Ze moesten voor Engelse les toeristen ondervragen en het resultaat opnemen. Vervolgens nog even wat gegeten en weer terug naar het guesthouse om te douchen. Om half drie stond de minivan klaar om ons naar het vliegveld te brengen. Het busje pikte ook nog mensen op bij de enorme hotel resorts even buiten Hua Hin. Allemaal even luxe. Onderweg nog even een stop bij een busterminal en verder rechtstreeks naar BKK. Nu ook gezien hoe enorm groot deze stad al is, we hebben minstens 1½ uur door de voorsteden van Bangkok gereden. Het laatste stukje door een enorm onweer gereden, gelukkig duurt het nog even voor ons vliegtuig gaat. Op het vliegveld een tijd lopen slepen met de bagage totdat we eindelijk konden inchecken. Om 00:30 teruggevlogen.